Artikel
30 Waarde - Archeologie 4
30.1 Bestemmingsomschrijving
‘De voor
‘Waarde-Archeologie
30.2 Bouwregels
a Voor het bouwen
overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende
bestemmingen dient de aanvrager van een reguliere bouwvergunning, voor
bouwwerken met een oppervlakte groter dan
b Indien uit het onder
a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het
verlenen van de bouwvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen
burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende regels verbinden aan
de bouwvergunning:
1 De verplichting tot
het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de
bodem kunnen worden behouden.
2 De verplichting tot
het doen van opgravingen.
3 De verplichting de
werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden
door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die
voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen
kwalificaties.
c Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde onder a indien
de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie
afdoende is vastgesteld.
d Het bepaalde onder a
en b is niet van toepassing ter plaatse van het bouwvlak.
30.3 Aanlegvergunning
30.3.1 Aanlegvergunning
Het is binnen deze
bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en
werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a Het uitvoeren van
grondbewerkingen dieper dan
b Het graven, dempen,
dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren
van waterlopen, sloten en greppels.
c Het aanleggen van
leidingen dieper dan
30.3.2 Uitzonderingen
Het in lid
30.3.1vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a Het normale onderhoud
en/of gebruik betreffen.
b Reeds in uitvoering
zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd
op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
c Gelegen zijn binnen
het bouwvlak.
30.3.3 Toelaatbaarheid
a De in lid 30.3.1
genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige
afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische
waarden van de gronden.
b Alvorens over de
aanvraag wordt beslist, dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de
archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden
verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is
vastgesteld.
c Een rapport is niet
noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de
archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende
is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.