Artikel 28 Waarde
- Archeologie 2
De voor
‘Waarde-Archeologie
a Voor het bouwen
overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende
bestemmingen dient de aanvrager van een reguliere bouwvergunning, voor
bouwwerken met een oppervlakte groter dan
b Indien uit het in lid
28.2 onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de
gronden door het verlenen van de bouwvergunning zullen of kunnen worden
verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende
regels verbinden aan de bouwvergunning:
1 De verplichting tot
het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de
bodem kunnen worden behouden.
2 De verplichting tot
het doen van opgravingen.
3 De verplichting de
werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden
door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet
aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
c Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid a indien
de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie
afdoende is vastgesteld.
d Het bepaalde
onder a en b is niet van toepassing ter plaatse van het bouwvlak.
Het is binnen deze
bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en
werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a Het uitvoeren van
grondbewerkingen dieper dan
b Het graven, dempen,
dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren
van waterlopen, sloten en greppels.
c Het aanleggen van
leidingen dieper dan
Het in lid 28.3.1 vervatte verbod is
niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a Het normale onderhoud
en/of gebruik betreffen.
b Reeds in uitvoering
zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd
op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
c Gelegen zijn binnen
het bouwvlak.
a De in lid 28.3.1 genoemde vergunning
kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan
het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
b Alvorens over de
aanvraag wordt beslist, dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de
archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden
verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is
vastgesteld.
c Een rapport is niet
noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de
archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende
is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
28.4 Wijzigingsbevoegdheid
28.4.1. Wijziging
dubbelbestemming Waarde – Archeologie 2
Burgemeester en
wethouders kunnen het plan wijzigen door van een of meer bestemmingen de dubbelbestemming
Waarde – Archeologie 2,
geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien:
a
Uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter
plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
b
Het op
grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat
het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van
archeologische waarden voorziet.