De voor ‘Water’ aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a watergangen,
waterpartijen en oeverstroken;
b waterhuishouding;
c instandhouding en
ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschaps- en
natuurwaarden;
d extensieve
openluchtrecreatie;
e bij een en ander
behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
Op de gronden als bedoeld in lid
24.1 mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, behorende bij de
bestemming of bij aangrenzende wegen, in- en uitritten en paden, zoals duikers,
stuwen, aanlegsteigers voor recreatief medegebruik en bruggen.
De bouwhoogte van de andere
bouwwerken, mag niet meer dan
24.3 Specifiek gebruiksregels
Een verboden gebruik als bedoeld
in artikel 7.10 Wro is in ieder geval ook het gebruik
van de gronden -water en steigers- als ligplaats voor woonboten en andere
drijvende woongelegenheden.