Hoofdstuk 4 Milieu en duurzaamheid
4.1 Inleiding Het bestemmingsplan "Olympiade 43" heeft betrekking op een bestaand clubgebouw dat een andere functie krijgt. Derhalve zijn er ten aanzien van milieu en duurzaamheid slechts een beperkt aantal aspecten relevant. Deze zullen hieronder nader worden toegelicht. 4.2 Archeologie In Europees verband is het zogenaamde Verdrag van Malta tot stand gekomen. Dit verdrag is juridisch verankerd in de Monumentenwet. Uitgangspunt is dat het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk behouden blijft. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet het archeologisch belang vanaf het begin meewegen in de besluitvorming. In het kader hiervan heeft de gemeenteraad op 11 oktober 2010 het archeologiebeleid vastgesteld. Op grond hiervan heeft de locatie Olympiade 43 een lage archeologische verwachting. Dit betekent dat er bij eventuele nieuwbouw vanuit archeologie geen beperkingen worden opgelegd. 4.3 Bodem In het kader van de opstelling van het bestemmingsplan "Hoge Neerstraat" is er in 1993 een bodemonderzoek verricht. Hieruit is geconcludeerd dat er geen belemmeringen waren voor de realisering van het gebouw. Er hebben zich sinds 1993 geen ontwikkelingen voorgedaan op grond waarvan er geconcludeerd zou moeten worden dat het gebouw nu niet meer geschikt is voor het verblijf van mensen. 4.4 Geluid De herbestemming van het gebouw Olympiade 43 betreft geen geluidsgevoelige bestemmingen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Derhalve is deze wet niet van toepassing. 4.5 Luchtkwaliteit Het bestemmingsplan "Olympiade 43" heeft uitsluitend betrekking op een herbestemming van het voormalige clubgebouw van de honk- en softbalvereniging "the Stags". De bebouwing wordt niet uitgebreid. Er zal nagenoeg geen sprake zijn van de toename van het gemotoriseerd verkeer. Met andere woorden de herbestemming draagt niet in betekende mate bij aan de concentratie van luchtverontreinigende stoffen in de buitenlucht. Derhalve kan er geconcludeerd worden dat er voldaan wordt aan de luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer. 4.6 Waterhuishoudkundige aspecten Bij ruimtelijke ontwikkelingen die effecten hebben op het watersysteem dient rekening gehouden te worden met het beleid van het waterschap "Brabantse Delta" zoals verwoord in de beleidsregel hydraulische randvoorwaarden 2009. Het betreft hier een bestaand gebouw. Er is geen sprake van toename van verhard oppervlak. Op grond van het beleid van het waterschap behoeven er dan ook geen extra retentievoorzieningen te worden aangelegd. Het waterschap "Brabantse Delta" heeft op 28 februari 2013 een positief wateradvies uitgebracht. 4.7 Externe veiligheid Het plangebied ligt in de nabijheid van de A58. Vanwege de mogelijkheid van incidenten met het transport van gevaarlijke stoffen over deze weg dient te worden nagegaan of in het kader van de externe veiligheid hieraan aandacht dient te worden besteed. Er is momenteel nog geen formele wetgeving waaraan getoetst moet worden. De risiconormen zijn (nog) niet wettelijke verankerd. Tot dat moment is het rijksbeleid vastgelegd in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen relevant. De circulaire geeft aan dat in principe geen beperkingen aan het ruimtegebruik worden gesteld in het gebied dat op meer dan 200 meter van een route of tracé ligt. Het plangebied ligt op een afstand van ongeveer 190 meter. Het betreft hier een bestaand gebouw. Er zal geen sprake zijn van een intensief gebruik door kwetsbare groepen. Er is evenmin sprake van een toename van de personendichtheid of van het groepsrisico. Daarnaast bestaat er altijd de mogelijkheid om in een veilige richting te vluchten. De bereikbaarheid voor de hulpdiensten is goed. Derhalve behoeven er geen nadere analyses uitgevoerd te worden inzake externe veiligheid. 4.8 Besluit milieueffectrapportage Op 1 april 2011 is de wijziging van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit mer) in werking getreden. Op grond hiervan dient bij de bepaling of er voor een bepaalde activiteit een milieueffectbeoordeling en/of rapportage moet worden gemaakt de omvang van de activiteit, de ruimtelijke context en de cumulatie met de omgeving beoordeeld worden. De gebruiksmogelijkheden waarin het bestemmingsplan "Olympiade 43" voorziet betreffen geen activiteiten waarvoor het maken van een milieueffectrapport (rechtstreeks) verplicht is. Ook is er geen sprake van mogelijk gebruik dat aangemerkt kan worden als een merbeoordelingsplichtige activiteit. Derhalve kan er geconcludeerd worden dat een mer (-beoordeling) niet aan de orde is.