Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan "Olympiade 43 " van de gemeente Etten-Leur; 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0777.0063OLYMPIADE43-3001 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen); 1.3 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 beauty en wellness: het bedrijfsmatig verlenen van diensten gericht op persoonlijke verzorging zoals schoonheidssalon, pedicure, massage, nagelstudio, zonnebankcentrum en dergelijke. 1.6 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.7 bebouwingspercentage een op de plankaart of in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; 1.8 bestaand: bebouwing en/of gebruik bestaande ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan; 1.9 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.10 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.11 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.12 bouwgrens: 1.13 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.14 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.15 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.16 functie: doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan; 1.17 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.18 gevelvlak: een (denkbeeldig) vlak, gesloten danwel open , aan de buitenzijde van een bouwwerk dat de contouren van en bouwwerk aangeeft en waarbinnen de constructieve delen liggen. 1.19 ondergeschikte functie: functie waarvoor maximaal 30% van de gebruiksvloeroppervlakte als zodanig mag worden gebruikt; 1.20 (para)medische dienstverlening het bedrijfsmatig verlenen van medische diensten aan of ten gerieve van personen, zoals tandarts- en orthodontiepraktijken, dokterspraktijken, fysiotherapeuten en dergelijke; 1.21 wet/wettelijke regelingen: indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d. dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald; 1.22 zakelijke dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van administratieve diensten aan of ten behoeve van bedrijven en/of personen, zoals administratie-, advertentie-, advocaten-, makelaars-, werkbemiddelings-, advies- en ingenieursbureaus met een beperkte publieksgerichte functie en educatieve training (kortlopende trainingen/seminars, niet zijnde volwaardig onderwijs). Artikel 2 Wijze van meten 2.1 Bij het toepassen van deze planregels wordt als volgt gemeten: 2.1.1 bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of en bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen zoals antennes, schoorstenen, technische installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwdelen. 2.1.2 gebruiksvloeroppervlakte: tussen de binnenwerkse gevelvlakken, op de vloer van de ruimten die ingevolge het bestemmingsplan worden of kunnen worden gebruikt voor de gegeven bestemmingen. 2.1.3 ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk: vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend. 2.1.4 peil: voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw. 2.2 Ondergeschikte bouwdelen Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding van bouw-, cq. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.