Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene gebruiksregels
10.1 Algemene gebruiksregel
a. Het is verboden de in HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels bedoelde gronden en
bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de
bestemmingsomschrijvingen.
10.2 Ontheffing algemene gebruiksregel
Burgemeester en Wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in artikel 10.1 onder a. indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 11 Algemene ontheffingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:
a. geringe afwijkingen, die in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter
verantwoorde plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de
werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van de
bestemmingsgrens met maximaal 5,00 meter toelaatbaar;
b. voor het oprichten van antenne installaties en masten tot een bouwhoogte van
40,00 m;
c. de in de planregels of op de planverbeelding aangegeven maten, afmetingen en
percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.
Artikel 13 Algemene procedureregels
13.1 Ontheffing, wijziging, uitwerking
Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de volgende procedure van toepassing:
a. het voornemen tot verlening van ontheffing, wijziging dan wel tot uitwerking ligt gedurende zes weken voor een ieder ter inzage;
b. burgemeester en wethouders maken de ter inzage legging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze bekend;
c. de bekendmaking houdt in de mededeling van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het schriftelijk of mondeling indienen van zienswijzen tegen het voornemen bij burgemeester en wethouders gedurende de in sub a. genoemde termijn;
d. burgemeester en wethouders delen aan hen die conform het in sub a. bepaalde tijdig zienswijzen hebben ingediend de beslissing daaromtrent met redenen omkleed mede.