Artikel 24      Algemene wijzigingsbevoegdheid

 

a      Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om voor het op de verbeelding aangeduide ‘gebied met wijzigingsbevoegdheid 1’ het plan te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van maximaal 16 woningen. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:

1      De goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.

2      De ontwikkeling mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.

3      Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

4      De woningbouw dient te passen binnen het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid.

5      De ontwikkeling dient inpasbaar te zijn vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijk oogpunt.

6      Er dient rekening te worden gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding (waterkwaliteit en -kwantiteit).

7      Wijziging mag pas plaatsvinden, nadat een deskundig onderzoek is verricht waarin de archeologische waarden van het terrein zijn vastgesteld en beschreven. De resultaten van dit onderzoek moeten in de afweging met betrekking tot de wijziging worden betrokken.

8      De economische haalbaarheid dient te zijn gegarandeerd.

b         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om voor het op de verbeelding aangeduide ‘gebied met wijzigingsbevoegdheid 2’ het plan te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van maximaal 9 woningen. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:

1      De nieuwbouw mag worden gerealiseerd na bedrijfsbeëindiging.

2      De goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 12 m.

3      De ontwikkeling mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.

4      Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

5      De woningbouw dient te passen binnen het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid.

6      De ontwikkeling dient inpasbaar te zijn vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijk oogpunt.

7      Er dient rekening te worden gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding (waterkwaliteit en -kwantiteit).

8      Wijziging mag pas plaatsvinden, nadat een deskundig onderzoek is verricht waarin de archeologische waarden van het terrein zijn vastgesteld en beschreven. De resultaten van dit onderzoek moeten in de afweging met betrekking tot de wijziging worden betrokken.

9      De economische haalbaarheid dient te zijn gegarandeerd.

c      Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om voor het op de verbeelding aangeduide ‘gebied met wijzigingsbevoegdheid 4’ het plan te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van maximaal 2 woningen. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:

1      De nieuwbouw dient georiënteerd te worden op een erftoegangsweg haaks op de Zandstraat.

2      De goothoogte mag niet meer bedragen dan 7 m.

3      De nokhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m.

4      De ontwikkeling mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.

5      Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

6      De woningbouw dient te passen binnen het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid.

7      De ontwikkeling dient inpasbaar te zijn vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijk oogpunt.

8      Er dient rekening te worden gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding (waterkwaliteit en -kwantiteit).

9      Wijziging mag pas plaatsvinden, nadat een deskundig onderzoek is verricht waarin de archeologische waarden van het terrein zijn vastgesteld en beschreven. De resultaten van dit onderzoek moeten in de afweging met betrekking tot de wijziging worden betrokken.

10   De economische haalbaarheid dient te zijn gegarandeerd.