Artikel 29               Algemene wijzigingsregels

c       Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 6’ het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van de nieuwbouw van maximaal 2 woningen. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:

1      De ontwikkeling mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.

2      Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

3      De woningbouw dient te passen binnen het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid.

4      De ontwikkeling dient inpasbaar te zijn vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijk oogpunt.

5      Er dient rekening te worden gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding (waterkwaliteit en -kwantiteit).

6      Er dient te worden aangetoond dat geen archeologische belemmeringen aanwezig zijn, dan wel dat bescherming van de aanwezige archeologische waarden voldoende is gewaarborgd.

7      De economische haalbaarheid dient te zijn gegarandeerd.

8      De hoofdgebouwen dienen zodanig te worden gesitueerd dat de op de verbeelding aangeduide gevellijn niet naar de wegzijde wordt overschreden.

9      De afstand van een vrijstaand hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens mag aan beide zijden niet minder bedragen dan 3 m; de afstand van een twee aaneengebouwd hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens mag aan één zijde niet minder bedragen dan 3 m.

10  De bouwhoogte van de woningen mag niet meer bedragen dan 10 m.