Artikel 14              Algemene aanduidingsregels

14.1       Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied’ geldt als aanvullend doeleind de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening.

 

14.2       Luchtvaartverkeerzone – IHCS

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone - IHCS’ mag de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 65 m + NAP.

 

14.3       Luchtvaartverkeerzone – ILS

a      De bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:

1      32,4 m + NAP ter plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone – ILS 32,4 m + NAP’;

2      42,4 m + NAP ter plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone – ILS 42,4 m + NAP’;

Indien de bouwhoogte op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan groter is dan ter plaatse van de aanduiding is aangegeven, geldt deze bouwhoogte als de maximale bouwhoogte.

b      Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van hogere gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden,  mits deze geen belemmering opleveren voor het functioneren van het Instrument Landing System van vliegbasis Eindhoven. Hiertoe dient advies te worden ingewonnen bij de beheerder van het betrokken ILS.


 

14.4       Geluidzone – luchtvaart 35-40 Ke

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - luchtvaart 35-40 Ke’ mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen nieuwe geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd of nieuwe geluidsgevoelige terreinen worden aangelegd, ingericht of gebruikt, met uitzondering van:

a      geluidsgevoelige bebouwing die een open plek in de bestaande, te handhaven bebouwing opvult;

b      geluidsgevoelige bebouwing die zal dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige bebouwing, niet zijnde woningen, andere geluidsgevoeliger gebouwen of woonwagenstandplaatsen;

c       objecten die ter plaatse dringend noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid;

d      geluidsgevoelige bebouwing die zal dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen of woonwagenstandplaatsen, die op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone daarbinnen reeds aanwezig zijn, respectievelijk op dat tijdstip al een hogere geluidsbelasting ondervinden dan 40 Ke, mits de vervanging niet leidt tot:

1      een ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige functie of structuur;

2      een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderden;

3      een wezenlijke toename van de aan de uitwendige scheidingsconstructie optredende geluidsbelasting.

 

14.5       Veiligheidszone - leiding

Ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone – leiding’ is het verboden kwetsbare objecten op te richten, zoals bedoeld in het besluit externe veiligheid buisleidingen.