De voor ‘Recreatie’ aangewezen gronden zijn
bestemd voor:
a een bedrijfswoning;
b niet- publieksgerichte beroeps- en/of
bedrijfsactiviteiten;
c recreatieve voorzieningen in de vorm van kleinschalig
logeren of bed & breakfast;
d groenvoorzieningen;
e
water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder
waterberging;
f
detailhandel in streekgebonden producten en agrarisch
gerelateerde producten;
g
ondergeschikte horeca;
h
activiteiten, zoals opgenomen in de ‘Tabel Recreatie’;
i
inpandige statische opslag;
j
extensief recreatief medegebruik;
k
evenementen in de vorm van medegebruik via voor publiek
bestemd vermaak (recreatie, (paarden)sport, kunst en/of cultuur) voor maximaal 7
(aaneengesloten) dagen, met dien verstande dat hiervan ontheffing kan worden
verleend als opgenomen in 5.3.4;
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals
tuinen en erven.
5.1.2 Nadere
detaillering van de bestemmingen
In het onderstaande is een nadere detaillering
opgenomen van het bepaalde in 5.1.1:
a aantal woningen: per bestemmingsvlak is maximaal één
woning toegestaan;
b gebruik van gronden en bouwwerken voor een minicamping is
uitsluitend toegestaan via omgevingsvergunning als bedoeld in 5.3.2;
c water en waterhuishoudkundige voorzieningen: De gronden
binnen een strook van
d extensief recreatief medegebruik: Het gehele gebied
gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van
het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan
in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering en
dergelijke
Op de voor ‘Recreatie’ aangewezen gronden mag
uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, binnen het bouwvlak, gelden de volgende bepalingen:
a Het bouwvlak mag verder
worden bebouwd met bedrijfsgebouwen tot een oppervlakte van
b Het aantal bedrijfswoningen mag niet meer bedragen
dan één.
c De inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan
d De goothoogte van de woning mag niet meer bedragen
dan
e De bouwhoogte van de woning mag niet meer bedragen
dan
f De dakhelling van de kap van de woning mag niet
minder dan 0 graden bedragen en niet meer dan 60 graden.
g De goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer
bedragen dan
h De bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer
bedragen dan
i De dakhelling van de kap van bedrijfsgebouwen mag
niet minder dan 15 graden bedragen en niet meer dan 60 graden.
5.2.2 Aan-
en uitbouwen en bijgebouwen
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en
bijgebouwen bij woningen, binnen het bouwvlak, gelden
de volgende bepalingen:
a De gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag
niet meer bedragen dan
b De goothoogte mag niet meer bedragen dan
c De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
d De afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de
woning mag niet meer bedragen dan
e De dakhelling van de bijgebouwen mag niet minder
bedragen dan 0 graden en niet meer bedragen dan 45 graden.
5.2.3 Herbouw
bestaande woningen
Voor het herbouwen van woningen gelden de volgende
bepalingen:
a De herbouw vindt grotendeels plaats op de plaats
van de (voor zover aanwezige) bestaande fundamenten van de woning.
b De voorgevel van de te herbouwen woning wordt
geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn van de woning.
c In geval van herbouw mogen uitsluitend vrijstaande
woningen worden gebouwd.
5.2.4 Bouwwerken,
geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van een carport c.q. overkapping mag
niet meer bedragen dan
b De oppervlakte van een carport c.q. overkapping
mag niet meer bedragen dan
c De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag
niet meer bedragen dan
d De oppervlakte van paardenbakken mag niet meer
bedragen dan
e De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan
5.3 Afwijken
van de bouwregels
5.3.1 Afwijken
herbouw woningen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder 5.2.3 onder b teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
a De nieuwe situering van de woning is
stedenbouwkundig, verkeerskundig en milieukundig aanvaardbaar.
b Er dient sprake te zijn van (zekerheidsstelling
omtrent de) sloop van de bestaande woning.
c De herbouw van gesplitste boerderij(woningen) is
niet toegestaan.
d Het landelijke karakter van het gebied wordt door
de herbouw niet onevenredig aangetast.
e De nieuwe situering van de woning leidt niet tot
extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven,
voortvloeiende uit milieuregelgeving.
f Er moet voldaan worden aan de Wet geluidhinder.
g Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke
inpassing.
h Het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet
onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden
van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
5.3.2 Afwijken
paardenbak
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 5.1 en toestaan dat een paardenbak wordt gerealiseerd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a Het aanleggen van een paardenbak dient ten dienste te zijn van de verbrede plattelandsontwikkeling
en/of de sportbeoefening.
b De oppervlakte mag niet meer bedragen dan
c De voorziening moet zorgvuldig landschappelijk
worden ingepast door de opstelling van een goed te keuren landschappelijk
inpassingsplan.
5.3.3 Afwijken
mini-camping
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 5.1 teneinde 1 minicamping en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a De oppervlakte van de mini-camping mag niet meer
bedragen dan
b Kampeermiddelen zijn uitsluitend toegestaan binnen
het bouwvlak of op een afstand van maximaal
c Slechts kampeermiddelen zijn toegestaan met een
niet-permanent karakter (tenten, tentwagens, kampeerauto's, campers en
toercaravans), alsmede maximaal 5 trekkershutten.
d De bebouwde oppervlakte van de trekkershutten mag
max.
e Trekkershutten zijn uitsluitend toegestaan binnen
het bouwvlak; indien dit redelijkerwijs niet mogelijk
blijkt zijn trekkershutten tot maximaal
f Er zijn maximaal 25 kampeerplaatsen per
minicamping toegestaan.
g Gebouwde voorzieningen ten behoeve van
kleinschalig kamperen zoals sanitaire voorzieningen, zijn uitsluitend
toegestaan binnen het bouwvlak, met een maximale
gezamenlijke oppervlakte van
h De sanitaire voorzieningen worden, voor zover dat
redelijkerwijs mogelijk is, gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing, of
anders aansluitend aan de bestaande bebouwing.
i Ondergeschikte en ondersteunende horeca, met een
inpandige oppervlakte van maximaal
j Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke
inpassing.
k Het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet
onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden
van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
l De verkeersaantrekkende
werking van de nevenactiviteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke
ontsluitingssituatie.
m Er dient op eigen terrein te worden voorzien in de
parkeerbehoefte.
n Het gebruik mag niet leiden tot extra
belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische
bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving.
o De omgevingsvergunning mag niet leiden tot een
onevenredige aantasting van de in lid 5.1 omschreven waarden.
5.3.4 Afwijken
evenement
Het bevoegd gezag kan een
omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 5.1.1 teneinde het tijdelijk gebruik van gronden voor
langdurigere evenementen toe te kunnen staan. Hiertoe dient aan het volgende te
worden voldaan:
a
Er dienen
voldoende parkeerplaatsen al dan niet op eigen terrein beschikbaar te zijn.
b
De aan te
brengen voorzieningen dienen tijdelijk te zijn, dit betekent dat het houden van
een evenement niet mag leiden tot onomkeerbare voorzieningen en/of ingrepen.
c
De verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de
feitelijke ontsluitingssituatie.
d
Er mag geen
onevenredige aantasting plaatsvinden van de in het gebied aanwezige waarden.
5.4 Specifieke
gebruiksregels
5.4.1 Strijdig
gebruik
Onder strijdig gebruik wordt onder in ieder geval
begrepen het gebruik van gronden en opstallen:
a zoals het als zelfstandige woning en als
afhankelijke woonruimte gebruiken van vrijstaande bijgebouwen;
b ten behoeve van de uitoefening van een
publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
c ten behoeve van de uitoefening van
nevenactiviteiten.
5.4.2 Niet-publieksgericht
aan-huis verbonden beroep of bedrijf
In een woning mag ook een niet-publieksgerichte aan
huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit worden uitgeoefend als
ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen
van toepassing zijn:
a De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen
dan 40% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woonbebouwing tot een
maximum van
b Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de
normale afwikkeling van het verkeer.
c Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.
d Opslag vindt uitsluitend inpandig plaats.
e Detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt
aan en in direct verband met het aan huis verbonden beroep.
f De activiteit dient milieuhygiënisch
inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
g De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
h De activiteit mag uitsluitend worden uitgeoefend
in bedrijfscategorie 1 of 2 van de in de bijlage opgenomen Staat van
inrichtingen of een daarmee qua milieuhinder en uitstraling vergelijkbare
activiteit.
5.4.3 Ondergeschikte
detailhandel
De verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van
ondergeschikte detailhandel in de vorm van detailhandel in streekgebonden
producten en agrarisch gerelateerde producten mag niet meer bedragen dan
5.4.4 Ondergeschikte
horeca en boerenterras
a De vloeroppervlakte ten behoeve van inpandige
ondergeschikte horeca mag niet meer bedragen dan
b De oppervlakte ten behoeve van ondergeschikte
horeca in de vorm van een boerenterras mag niet meer bedragen dan
5.4.5 Bed
en breakfast
Ten behoeve van een bed and
breakfast zijn maximaal 5 kamers met elk maximaal 2
bedden toegestaan.
5.5 Afwijken
van de gebruiksregels
5.5.1 Afwijken
zorgverlenende activiteiten
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.4.1 sub c teneinde nevenactiviteiten in de vorm van zorgverlenende activiteiten op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a De nevenactiviteit dient plaats te vinden binnen
het bouwvlak.
b De vloeroppervlakte, die wordt aangewend voor deze
nevenactiviteit, mag niet meer bedragen dan
c De totale vloeroppervlakte van nevenactiviteiten
bij het recreatiebedrijf mag maximaal
d Ondergeschikte en ondersteunende horeca, met een
inpandige oppervlakte van maximaal
e Het gebruik mag niet leiden tot extra
belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische
bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving.
f Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke
inpassing.
g Het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet
onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden
van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
h De verkeersaantrekkende
werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie.
i Er dient op eigen terrein te worden voorzien in de
parkeerbehoefte.
j De omgevingsvergunning mag niet leiden tot een
onevenredige aantasting van de in 5.1 omschreven waarden.
5.5.2 Afwijken
mantelzorg
Het
bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde
in 5.4.1 sub a en toestaan dat een bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke
woonruimte mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een
oogpunt van mantelzorg. Hiertoe wordt een verklaring van een arts of specialist
overlegd;
b de afhankelijke woonruimte is uitsluitend
toegestaan voor mantelzorg die wordt verleend aan een familielid in de 1e of 2e
graad;
c de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen
de toegestane bijgebouwen, waarbij ten behoeve van mantelzorg niet meer dan
d de afstand van het bijgebouw tot de woning
bedraagt niet meer dan
e er vindt geen belemmering plaats voor de
ontwikkeling van (agrarische) bedrijven in de omgeving;
f het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet
onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden
van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
g indien sprake is van een geurgevoelig object wordt
er voldaan aan de geurnormen krachtens de Wet geurhinder en veehouderij, dan
wel krachtens een op deze wet gebaseerde verordening.
Tabel
Recreatie
Code |
Straatnaam |
Huisnummer |
Toegestaan gebruik |
Sr-1 |
Roten |
3 |
galerie: - ondergeschikte detailhandel - ondergeschikte horeca 30+ |
|
Roten |
3 |
Paardenstalling |
|
|
|
Gezamenlijke oppervlakte maximaal |