Plan: Zandberg
Idn: NL.IMRO.0758.BP2012008001-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Zandberg.

Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie

 

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.

 

20.2 Bouwregels

In afwijking van de regels opgenomen bij de andere bestemmingen (basisbestemmingen) geldt voor het bouwen van bouwwerken dat het vergroten en/of veranderen van de bestaande bebouwing niet is toegestaan.

 

20.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning, nadat advies is ingewonnen bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, afwijken van het bepaalde in artikel 20.2 teneinde de bestaande bebouwing te vergroten en/of te veranderen, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het pand of object gelet op:

  1. bouwmassa naar hoofdafmeting en onderlinge verhoudingen;

  2. bouwkundige kenmerken, zoals dakvorm, nokrichting, dakhelling en gevelindeling;

  3. deze verandering of vergroting in overeenstemming is met de regels opgenomen in de basisbestemming.

 

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders binnen de bestemde of nader aangeduide gebieden de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  1. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 1 meter;

  2. Het ophogen van de bodem.

  3. Het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, (onderhouds)paden, dan wel het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen meer dan 20 m².

  4. Het vellen of rooien van beplanting of bomen, houtsingels, boomgroepen, struwelen alsmede het verwijderen van landschapselementen.

  5. Het beplanten van gronden met (opgaande) beplanting of bomen alsmede het aanleggen en/of aanplanten van landschapselementen.

  1. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a is slechts toelaatbaar, indien door die werken en/of werkzaamheden de cultuurhistorische waarden op deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, de versterking en/of het herstel van die waarden niet in onevenredige mate worden verkleind en indien een afweging van de in het geding zijnde belangen, tot uitkomst heeft, dat een omgevingsvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd dan wel de in geval van de aanwezigheid van boven- of ondergrondse leidingen de betreffende leidingbeheerder een positief advies heeft afgegeven.

  2. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden van geringe omvang en uit planologisch oogpunt van ondergeschikt belang, gericht op en noodzakelijk voor het normale onderhoud van de gronden of de instandhouding, waaronder normale beheerswerk- zaamheden.

 

20.5 Omgevingsvergunning tot sloop

  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning bouwwerken gelegen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' geheel of gedeeltelijk te slopen.

  2. Over een dergelijke vergunning wordt niet eerder beslist dan, nadat advies is ingewonnen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.