Plan: Hoge Vucht
Idn: NL.IMRO.0758.BP2010043001-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Hoge Vucht.

Artikel 6 Detailhandel

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een tuincentrum met een minimale oppervlakte van 6000 m2 en tevens volumineuze detailhandel, met dien verstande dat een bouwmarkt alleen is toegestaan, indien de bouwmarkt reeds gevestigd is in de gemeente Breda;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens 1 bedrijfswoning;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' tevens wonen;

met daarbij behorend(e):

  1. ondergeschikte horeca;

  2. groen;

  3. nutsvoorzieningen;

  4. parkeren;

  5. verkeer;

  6. water.

 

6.2 Bouwregels

 

6.2.1 Gebouwen

  1. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bouwvlak’ mogen gebouwen worden gebouwd.

  2. Ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag de bouwhoogte en het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan is aangeduid.

  3. In afwijking van onderdeel b, zijn ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' de bouwregels van artikel 16.2. van overeenkomstige toepassing.

  4. Het aantal woningen mag niet worden vermeerderd.

 

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. De hoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag maximaal 8 meter bedragen.

  2. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen.

  3. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.

 

6.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het bouwvlak wijzigen, met dien verstande dat:

    1. geen nieuwe bouwvlakken tot stand worden gebracht, maar uitsluitend wijzigingen van aangegeven bouwvlakken;

    2. het bouwvlak met maximaal 40% mag worden vergroot;

    3. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens minimaal 5 meter dient te bedragen;

    4. de stedenbouwkundige kwaliteit en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast, zoals op het gebied van privacy, bezonning, uitzicht en dergelijke.