Plan: Haagse Beemden
Idn: NL.IMRO.0758.BP2009040001-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Haagse Beemden.

Artikel 15 Recreatie

 

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. dagrecreatie;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' tevens een kampeerterrein;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' uitsluitend volkstuinen;

  4. lig- en speelweiden, speelvoorzieningen en aanlegplaatsen;

  5. ondergeschikte horeca;

met daarbij behorend(e):

  1. (sanitaire) voorzieningen;

  2. groen;

  3. nutsvoorzieningen;

  4. parkeren;

  5. verkeer;

  6. water.

 

15.2 Bouwregels

 

15.2.1 Gebouwen

  1. Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd.

  2. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

  3. In afwijking van het bepaalde onder a, mogen bouwwerken van ondergeschikte aard, zoals een kiosk, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 20 m2 per bouwperceel en met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

  4. De bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen.

  5. Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' geldt in afwijking van het bepaalde onder a, b en c, dat:

    1. per kavel een bouwwerk, zoals een kas, berging of schuilruimte mag worden opgericht, met dien verstande dat:

      1. de bouwhoogte maximaal 2,5 meter mag bedragen;

      2. de oppervlakte van een kas maximaal 12 m2 mag bedragen;

      3. de oppervlakte van een berging of schuilruimte maximaal 6 m2 mag bedragen;

    2. één gezamenlijke berging of schuilruimte aanwezig mag zijn met een oppervlakte van maximaal 80 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

 

15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. De hoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag maximaal 10 meter bedragen.

  2. De hoogte van speelvoorzieningen mag maximaal 6 meter bedragen.

  3. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen.

  4. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.