Plan: Ginneken
Idn: NL.IMRO.0758.BP2009029001-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Ginneken.

Artikel 23 Algemene aanduidingsregels

 

23.1 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

  1. Ter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied’ zijn de gronden tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening.

  2. Het oprichten van bouwwerken, voor zover dit is toegelaten volgens de krachtens dit plan aan de gronden gegeven bestemmingen, is uitsluitend toegestaan indien het belang van de grondwaterbescherming in voldoende mate is gewaarborgd.

 

23.2 veiligheidszone - lpg afleverzuil

  1. In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen in de 'Veiligheidszone- lpg afleverzuil' geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

  2. Het bevoegd gezag kan afwijken van het bestemmingsplan van het bepaalde onder a en toestaan dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd in de ‘Veiligheidszone- lpg afleverzuil’, mits:

    1. met de toepasselijke richtwaarden en risicoafstanden ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;

    2. het groepsrisico wordt afgewogen;

  3. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden ter plaatse de aanduiding 'Veiligheidszone-lpg afleverzuil' de aanduiding wordt ontnomen of verkleind, indien wet- en regelgeving hiertoe aanleiding geven, dan wel de opslag en verkoop van lpg wordt beëindigd.

  

23.3 veiligheidszone - lpg vulpunt

  1. In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen in de 'Veiligheidszone - lpg vulpunt' geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

  2. Het bevoegd gezag kan afwijken van het bestemmingsplan van het bepaalde onder a. en toestaan dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd in de 'Veiligheidszone - lpg vulpunt', mits:

    1. met de toepasselijke richtwaarden en risicoafstanden ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;

    2. het groepsrisico wordt afgewogen;

  3. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden ter plaatse de aanduiding 'Veiligheidszone- lpg vulpunt' de aanduiding wordt ontnomen of verkleind, indien wet- en regelgeving hiertoe aanleiding geven, dan wel de opslag en verkoop van lpg wordt beëindigd.

23.4 wro-zone - zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen

  1. Ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied voor behoud van watersystemen’ zijn de gronden tevens bestemd voor de verwezenlijking, het behoud en herstel van watersystemen.

  2. Het oprichten van bebouwing, voor zover dit is toegelaten volgens de krachtens dit plan aan de gronden gegeven bestemmingen en planregels, is uitsluitend toegestaan indien het gebied hierdoor niet minder geschikt wordt voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van watersystemen.

  3. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakte aan te brengen van meer dan 100 m² en/of gronden op te hogen.

    1. Aan een omgevingsvergunning als onder lid c. bedoeld, kunnen voorwaarden worden verbonden.

 

23.5 wro-zone - zoekgebied voor ecologische verbindingszone

  1. Ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied voor ecologische verbindingszone' zijn de gronden tevens bestemd voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone.

  2. Het oprichten van bebouwing, voor zover dit is toegelaten volgens de krachtens dit plan aan de gronden gegeven bestemmingen en planregels, is uitsluitend toegestaan indien het gebied hierdoor niet minder geschikt wordt voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone.

  3. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakte aan te brengen van meer dan 100 m².

    1. Aan een omgevingsvergunning als onder lid c. bedoeld, kunnen voorwaarden worden verbonden.