Plan: IJpelaar
Idn: NL.IMRO.0758.BP2009027001-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan IJpelaar.

Artikel 6 Gemengd

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven met categorie 1 en 2 zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels';

  2. bestaande bedrijven met een hogere milieucategorie dan maximaal is toegestaan, zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regels;

  3. bestaande kantoren;

  4. maatschappelijke voorzieningen;

  5. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal 1 bedrijfs- of dienstwoning;

  6. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘dienstverlening’ voor dienstverlening en/of wonen;

met daarbij behorend(e):

  1. parkeren;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. groen;

  4. water;

met uitzondering van:

  1. risicovolle bedrijven;

  2. geluidzoneringsplichtige bedrijven, zoals genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;

  3. zelfstandige kantoren, anders dan de kantoren genoemd onder c.

 

6.2 Bouwregels

 

6.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende algemene regels:

  1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bouwvlak’ mogen gebouwen worden gebouwd;

  2. ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)’ mag de bouwhoogte en/of het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan is aangegeven.

 

6.2.2 Voor het bouwen van bedrijfswoningen geldt de volgende regel:

De bouwregels zoals genoemd in artikel 15, lid 15.2.2, zijn van overeenkomstige toepassing.

 

6.2.3 Voor het bouwen van aan- en uitbouwen bij bedrijfswoningen geldt de volgende regel:

De bouwregels zoals genoemd in artikel 15, lid 15.2.3, zijn van overeenkomstige toepassing.

 

6.2.4 Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  1. bijgebouwen mogen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 60 m2 en met inachtneming van het bepaalde in lid 6.2.1, onder b;

  2. de bouwregels zoals genoemd in artikel 15, lid 15.2.4, zijn van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van het bepaalde in lid 15.2.4 onder a.

 

6.2.5 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de hoogte van lichtmasten mag maximaal 8 meter bedragen;

  2. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;

  3. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.

 

 

6.3 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  1. lid 6.1, onder a, voor een inrichting, bedrijf of bedrijfsactiviteit die niet vermeld staat in bijlage 1 bij deze regels of een activiteit die valt in een hogere milieucategorie dan aangegeven in bijlage 1, maar die naar aard, omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de in deze planregels direct toegelaten activiteiten, met dien verstande dat dit niet geldt voor de vestiging van:

    1. detailhandelsbedrijven;

    2. zelfstandige kantoren;

    3. horecabedrijven;

    4. bedrijven welke vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;

    5. risicovolle bedrijven als bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

  2. artikel 18, onder b.2, voor het gebruik en/of (ver)bouwen van een bijgebouw bij een bestaande bedrijfs- of dienstwoning als afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg, met dien verstande dat:

    1. maximaal 60 m2 van het bijgebouw voor mantelzorg mag worden aangewend;

    2. de zorgvraag afgeleid dient te kunnen worden uit een indicatie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning en beperkt dient te blijven tot het verlenen van zorg aan familieleden;

    3. de afhankelijke woonruimte niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving;

    4. er geen strijd ontstaat met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en geen belemmering ontstaan in het kader van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden voor omliggende bedrijven;

    5. zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beëindigd.

 

 

6.4 Wijzigingsbevoegdheid

 

6.4.1 wro-zone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 2' de bestemming wijzigen in de bestemming 'Verkeer' met dien verstande dat:

  1. voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd ten behoeve met de herontwikkeling van winkelcentrum De Burcht, met inachtneming van het bepaalde in artikel 22, lid 22.1;

  2. de planregels van de bestemming 'Verkeer' (artikel 13) van overeenkomstige toepassing zijn.