De voor ‘Waterstaat – Waterbergend rivierbed’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor primair een waterbergende functie.
a De andere krachtens dit plan aan deze gronden gegeven bestemmingen dienen deze activiteiten toe te laten.
b Er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft; en
c Er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is.
d De resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen dienen duurzaam gecompenseerd te worden, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.