Plan: | Poortgebied Bergsche Heide en ontsluitingsweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0748.BP0242-0301 |
het bestemmingsplan Poortgebied Bergsche Heide en ontsluitingsweg met identificatienummer NL.IMRO.0748.BP0242-0301 van de gemeente Bergen op Zoom.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een object als bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding) en recreatie.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.
een aaneengesloten stuk grond, waarop functioneel zelfstandige bij elkaar horende bebouwing is toegelaten, waarbij de gebouwen alleen zijn toegelaten binnen de bouwvlakken op het perceel terwijl buiten de bouwvlakken ook bouwwerken geen gebouwen zijnde en vergunningvrije bouwwerken zijn toegestaan.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge het planologisch regime bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen.
een gebouw, ruimte of stand waar men informatie aanbiedt aan bezoekers en toeristen, met daaraan ondergeschikt de verhuur van goederen, zoals fietsen.
een mechanische, meestal computergestuurde, installatie om de buitenzijde van voertuigen te reinigen
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
verkooppunt van motorbrandstoffen waar, naast de traditionele fossiele brandstoffen, ook duurzame brandstoffen zoals LNG (Liquified Natural Gas) , CNG (Compressed Natural Gas) en biodiesel worden aangeboden en waar aanverwante producten, zoals motorolie en Adblue worden verkocht.
natuurvriendelijke recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, picknicken, kanoën en natuurgerichte recreatie zoals vogelobservatie, die plaats hebben in een omgeving met een niet-recreatieve hoofdfunctie, waarbij het medegebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofdgebruik.
fastfood of gemaksvoedsel is een verzamelnaam voor voedsel dat snel bereid en geserveerd wordt en relatief goedkoop is.
restaurant waar fastfood geserveerd wordt dat meestal vooraf en in grote hoeveelheden wordt klaargemaakt, in verhouding erg goedkoop is en meestal niet aan de tafels geserveerd wordt, maar aan een balie besteld kan worden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een accommodatie met slaapplaatsen voor logies verstrekking in overwegend een- en tweepersoonskamers tegen boeking per nacht, waar afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt aan gasten en aan passanten. Onder aanverwante en ondergeschikte functies wordt onder andere verstaan sport- en spelfaciliteiten, cultuur en ontspanning, welness (waaronder een inpandig zwembad of sauna), ondergeschikte horeca en detailhandel, zalenverhuur, verhuurorganisatie voor dagrecreatie, etcetera.
die vormen van openluchtrecreatie, die plaats hebben in een omgeving met een niet-recreatieve hoofdfunctie, waarbij het medegebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofdgebruik, zoals een klimbos, survivalbaan en dergelijke.
een kampeerterrein is primair gericht op het plaatsen van kampeermiddelen (zoals tenten en caravans) en het plaatsen van stacaravans of kampeerchalets.
een object als bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
het inpassen van een gebouw of een gebruik in het landschap, waarbij afstemming plaatsvindt op de context van het landschap door middel van de architectuur van het gebouw en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen.
functie die op grond van de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" als milieugevoelig wordt beschouwd, waaronder woningen, scholen en ziekenhuizen.
hydrologisch kwetsbaar natuurgebied.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologisch, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
detailhandel die als activiteit in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft.
horeca die als activiteit in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De horeca activiteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft.
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vrijstaande dakconstructie zonder wanden, die niet wordt aangemerkt als een gebouw.
het (al dan niet tijdelijk) gebruiken van een voor recreatie bestemd verblijf als hoofd woonverblijf.
locatie die specifiek en uitsluitend bedoeld is voor het afhalen en/of terugbrengen van via internet bestelde goederen, waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van detailhandel, uitstalling ten verkoop en/of overige activiteiten.
kleinschalige voorzieningen gericht op de vrijstijdsbesteding van mensen, zoals wandelen, fietsen, pleziervaart, kanoën, zwemmen, sporten en andere vergelijkbare activiteiten.
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam) prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
ambachtelijke of geteelde producten die kenmerkend zijn voor deze regio, dan wel producten die door het toegelaten bedrijf zijn vervaardigd, voortgebracht of geteeld
recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie/logeergebouw, pension, bed & breakfast, kampeermiddel of trekkershut door personen die hun hoofdwoonverblijf elders hebben. Hierbij dient sprake te zijn van een bedrijfsmatige exploitatie.
een bouwwerk, al dan niet voorzien van verlichting en/of schermen, waarop reclameuitingen getoond kunnen worden, eventueel aangevuld met verwijzingen refererend aan de functies in het Landschapspark Bergsche Heide
doeleinden die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang e.d., voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer, waterinfiltratie en waterberging; bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine;
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals fiets-, voet- en ruiterpaden, ontsluitingspaden, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, kunstobjecten, straatmeubilair, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat lid bedoelde bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van het bepaalde in artikel 3.6 lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' de bestemming te wijzigen ten behoeve van de vestiging van een bedrijfsruimte met bijbehorende buitenruimte, mits:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals erven, paden, water, groenvoorzieningen en de daarbij behorende bouwwerken.
De gronden aangeduid als 'overige zone - natuurgebied' dienen binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan te worden ingericht conform het in Compensatieplan toegevoegde compensatieplan, met dien verstande dat de natuur ook na aanleg in stand wordt gehouden.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 4.4.4 opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 4.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 4.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 4.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 4.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning |
aanleggen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m²; | - de activiteit is noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de natuurwaarden - de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast |
aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | - er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de natuurwaarden |
het dempen van poelen, sloten en greppels | - er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de natuurwaarden - de werken en werkzaamheden dienen noodzakelijk te zijn voor het natuurbeheer ter plaatse |
het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem | - er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de natuurwaarden - de werken en werkzaamheden dienen noodzakelijk te zijn voor het natuurbeheer ter plaatse |
het vellen of rooien van houtgewas | - er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de natuurwaarden - de werken en werkzaamheden dienen noodzakelijk te zijn voor het natuurbeheer ter plaatse |
diepploegen/diepwoelen | - er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de natuurwaarden |
het verzetten van grond van meer dan 100 m³ of op een diepte van meer dan 60 centimeter beneden het maaiveld, voor zover geen vergunning is vereist op grond van de Ontgrondingenwet |
- het betrokken waterschapsbestuur wordt gehoord |
de aanleg van drainage, ongeacht de diepte, tenzij het gaat om vervanging van een bestaande drainage |
- het betrokken waterschapsbestuur wordt gehoord |
het verlagen van de grondwaterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen | - het betrokken waterschapsbestuur wordt gehoord |
de aanleg van een speelbos | - indien geen aantasting plaatsvindt van de natuurwaarde van het bosgebied |
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals erven, paden, straatmeubilair en de daarbij behorende bouwwerken.
Bij een omgevingsvergunning voor de bouw, het gebruik en werken en werkzaamheden van de onder 5.1 genoemde functies, dient te worden aangetoond dat wordt voldaan aan de volgende omgevingskwaliteitseisen:
Verdroging: ter plaatse van de beschermde gebieden waterberging, zoals aangeduid op de keurkaart van het Waterschap Brabantse Delta, mag de te realiseren waterberging niet resulteren in een significant verdrogend effect. Hiervoor wordt advies bij de waterbeheerder ingewonnen.
Bouwwerken ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca – fastfoodrestaurant’ dienen te worden uitgevoerd conform het ontwerp zoals opgenomen in Bijlage 1. Indien het ontwerp hier vanaf wijkt, dient te worden voldaan aan redelijke eisen van welstand, zoals opgenomen in het ‘Beeldkwaliteitsplan’.
Op de in bestemming 'Recreatie' bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande dat gebouwen uitsluitend zijn toegestaan binnen het bouwvlak.
Voor het bouwen van gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'hotel' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca- fastfoodrestaurant' gelden de volgende regels:
Op de in bestemming 'Recreatie' bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde bestemmingen worden gebouwd met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor permanente bewoning, met uitzondering van de bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
De gronden of bouwwerken ter plaatse van de aanduidingen ‘hotel’ en ‘specifieke vorm van horeca – fastfoodrestaurant’ mogen in gebruik worden genomen met dien verstande dat de gronden aangeduid als 'overige zone - natuurgebied' binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan worden ingericht conform het als bijlage bij de regels toegevoegde Compensatieplan, met dien verstande dat de natuur ook na aanleg in stand wordt gehouden en wordt onderhouden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals wildbegeleidende en wildbeschermingsvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen, wandel- en/of fietspaden, openbare nutsvoorzieningen, bermen, wegbeplantingen, sloten, erven, paden, straatmeubilair, en de daarbij behorende bouwwerken.
Bij een omgevingsvergunning voor de bouw, het gebruik en werken en werkzaamheden van de onder 6.1 genoemde functies, dient te worden aangetoond dat wordt voldaan aan de volgende omgevingskwaliteitseisen:
Verdroging: ter plaatse van de beschermde gebieden waterberging, zoals aangeduid op de keurkaart van het Waterschap Brabantse Delta, mag de te realiseren waterberging niet resulteren in een significant verdrogend effect. Hiervoor wordt advies bij de waterbeheerder ingewonnen.
Op de in bestemming 'Verkeer' bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde bestemmingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken behorende bij de Energyhub gelden de volgende regels:
Op de in bestemming 'Verkeer' bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde bestemmingen worden gebouwd met dien verstande dat:
Bij een omgevingsverguning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.3.2 onder b 6.3.3 onder b voor het bouwen van gebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde die behoren bij de inrichting van de Energyhub, zoals tanks, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 meter, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De gronden of bouwwerken ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer – energyhub’ mogen in gebruik worden genomen met dien verstande dat de gronden aangeduid als 'overige zone - natuurgebied' binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan worden ingericht conform het als bijlage bij de regels toegevoegde Compensatieplan, met dien verstande dat de natuur ook na aanleg in stand wordt gehouden en wordt onderhouden.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), primair bestemd voor ondergrondse aardgastransportleidingen voor het transport van gas met de daarbij behorende belemmeringenstroken van:
aangehouden vanuit de aanduiding 'hartlijn leiding - gas'.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden) op de in lid 7.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Het onder lid 7.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie - 1 aangewezen gronden, zijn behalve voor de ander daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de versterking en/of het herstel van de aan deze gronden eigen zijnde archeologische waarde.
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden zijn bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende regels toegestaan. Een en ander volgens de voor deze bestemming geldende regels.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden de volgende andere werken, geen bouwwerken zijnde, en / of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 8.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke uit een oogpunt van het te beschermen archeologische waarde van ondergeschikte betekenis zijn. Hieronder wordt in ieder geval werken en werkzaamheden bedoeld die niet dieper worden uitgevoerd dan 0,5 m.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.3.1 is slechts toelaatbaar indien door die andere werken en/of werkzaamheden aan de archeologische waarde van deze gronden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan en een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft, dat een omgevingsvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd, eventueel nadat wetenschappelijk onderzoek is gedaan en/of de mogelijkheid heeft bestaan tot het doen van oudheidkundige waarnemingen.
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in lid 8.3.1 wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de stadsarcheoloog van de gemeente Bergen op Zoom.
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming van het bepaalde in lid 8.4.2, het plan te wijzigen waarbij de in lid 8.1 bedoelde bestemming kan worden geschrapt, indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat er geen sprake (meer) is van te beschermen archeologische waarde.
Alvorens toepassing te geven aan deze wijzigingsbevoegdheid wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.
De voor 'Waarde - Archeologie - 2 aangewezen gronden, zijn behalve voor de ander daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de versterking en/of het herstel van de aan deze gronden eigen zijnde archeologische waarde.
Op de in lid 9.1 bedoelde gronden zijn bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende regels toegestaan. Een en ander volgens de voor deze bestemming geldende regels.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden de volgende andere werken, geen bouwwerken zijnde, en / of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 9.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke uit een oogpunt van het te beschermen archeologische waarde van ondergeschikte betekenis zijn. Hieronder wordt in ieder geval werken en werkzaamheden bedoeld die niet dieper worden uitgevoerd dan 0,5 m.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.3.1 is slechts toelaatbaar indien door die andere werken en/of werkzaamheden aan de archeologische waarde van deze gronden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan en een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft, dat een omgevingsvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd, eventueel nadat wetenschappelijk onderzoek is gedaan en/of de mogelijkheid heeft bestaan tot het doen van oudheidkundige waarnemingen.
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in lid 9.3.1 wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de stadsarcheoloog van de gemeente Bergen op Zoom.
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming van het bepaalde in lid 9.4.2, het plan te wijzigen waarbij de in lid 9.1 bedoelde bestemming kan worden geschrapt, indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat er geen sprake (meer) is van te beschermen archeologische waarde.
Alvorens toepassing te geven aan deze wijzigingsbevoegdheid wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
Voor parkeren gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2.1 sub a en b indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, het plan te wijzigen door de bijlagen waarna verwezen wordt in 11.2.2 aan te passen c.q. te vervangen, indien nadere besluitvorming ten aanzien van het parkeerbeleid en/of parkeernormen hiertoe aanleiding geeft.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie 50dB' zijn de gronden, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidruimte in verband met de aanwezigheid van industrieterrein Fokker Services/vliegbasis als bedoeld in artikel 53 van de Wet geluidhinder en is het tevens niet toegestaan nieuwe geluidsgevoelige objecten te bouwen of geluidsgevoelige terreinen aan te leggen en in te richten ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie 50dB', te weten de 50 dB(A) zone behorende bij het industrieterrein Theodorushaven - Noordland.
Binnen de op de verbeelding aangegeven aanduiding 'geluidzone - industrie 50dB' is de bouw en gebruik van nieuwe geluidgevoelige functies alleen toegestaan indien middels een akoestisch onderzoek is aangetoond dat de geluidsbelasting vanwege het industrielawaai op de gevels van de gebouwen met de geluidgevoelige functies niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of de maximaal te verlenen hogere grenswaarde.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in lid 12.2.1 te wijzigen in die zin, dat de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie 50dB' opgeheven of veranderd wordt indien de bron van de geluidszone is opgehouden te bestaan danwel het gebied voor geluidshinderlijke bedrijven is aangepast.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - invloedsgebied' geldt dat uitsluitend (beperkt) kwetsbare objecten mogen worden gebouwd, indien het groepsrisico door het bevoegd gezag wordt verantwoord en geaccepteerd.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' (met nummer) geldt teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen een bouwverbod voor bouwwerken met een hogere bouwhoogte dan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsverguning afwijken van het bepaalde in lid 12.4.1 mits:
In afwijking van het bepaalde in de bestemmingen zoals opgenomen in Hoofdstuk 2 van deze regels mag ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg overlegzone' geen bebouwing worden opgericht.
Voor het bouwen van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg overlegzone' gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.5.2 en toestaan dat in de andere voor die gronden aangewezen (basis)bestemming, bouwwerken worden gebouwd, mits:
ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg overlegzone', zijnde de zone gemeten van 50 tot 75 meter vanuit de kantverharding van de dichtsbij gelegen rijbaan van de rijksweg A4/A58, wordt gebouwd, mits:
In afwijking van het bepaalde in de bestemmingen zoals opgenomen in hoofdstuk 2 van deze regels mag ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg verbodzone' geen bebouwing worden opgericht.
Voor het bouwen van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg verbodzone' gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.6.2 en toestaan dat in de andere voor die gronden aangewezen (basis)bestemming, bouwwerken worden gebouwd, mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - PR' geldt dat geen (beperkt) kwetsbare objecten mogen worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsverguning afwijken van het bepaalde in lid 12.7.1, mits:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van:
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Poortgebied Bergsche Heide en ontsluitingsweg' van de gemeente Bergen op Zoom.