Artikel 30 Verkeer - Verblijf

30. 1.   Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer – Verblijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.       (woon)straten en pleinen;

b.      paden;

c.       parkeervoorzieningen;

 

met daaraan ondergeschikt:

d.      gebouwen ten behoeve van het verkeer en verblijf, zoals wachtruimten voor openbaar vervoer en/of stallingruimten voor (brom)fietsen;

e.       garageboxen, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van verkeer - garageboxen”;

f.        het recreatief medegebruik;

g.      groenvoorzieningen;

h.      speelvoorzieningen;

i.        water;

j.        tuinen, erven en terreinen;

k.      terrassen;

l.        openbare nutsvoorzieningen;

 

met de daarbij behorende:

m.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken.

30. 2.   Bouwregels

30. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 30.1. onder d. en e. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.       een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.      een garagebox zal worden gebouwd binnen de gronden die ter plaatse zijn aangeduid als “specifieke vorm van verkeer - garageboxen”;

c.       per gebied dat ter plaatse is aangeduid als “specifieke vorm van verkeer - garageboxen”, dienen de garageboxen aaneen te worden gebouwd;

d.      de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,5 m bedragen;

e.       de oppervlakte van een garagebox zal ten hoogste 20 m² bedragen.

30. 2. 2. Voor het bouwen van de in lid 30.1. onder m. genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.       de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5 m bedragen met dien verstande dat:

1.      de bouwhoogte van palen en masten ten hoogste 10 m zal bedragen;

2.      de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer ten hoogste 10 m zal bedragen.

30. 3.   Wijzigingsbevoegdheid

30. 3. 1. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

a.       een nieuw bouwvlak wordt aangegeven, mits:

-          de oppervlakte ten hoogste 20 m² bedraagt;

b.      de aanduiding “specifieke vorm van verkeer - garageboxen” wordt aangegeven of verwijderd;

c.       de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming ‘Bedrijf – Nutsbedrijf, nutsvoorziening’ ten behoeve van de bouw van transformatiehuisjes en gasdruk- en regelstations, mits:

-          de oppervlakte ten hoogste 50 m² zal bedragen;

d.      de bestemming wordt gewijzigd in de aangrenzende bestemmingen ‘Groen - Groenvoorzieningen’ of ‘Tuin’, mits:

-          de geluidsbelasting van de geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;

e.       de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming ‘Verkeer - 1’, mits:

1.      de functie van de betreffende weg is gewijzigd;

2.      de geluidsbelasting van de geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;

f.        een aangegeven bouwvlak wordt verwijderd;

g.      in een aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” een grotere bouwhoogte voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt aangegeven, mits:

1.      de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer ten hoogste 15 m zal bedragen

2.      de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 10 m zal bedragen.

30. 3. 2. Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 30.3.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de cultuurhistorische waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden, de verkeers­veiligheid, de ontsluitingsituatie, de parkeersituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.