De voor ‘Verkeer –
a.
ontsluitingswegen
en -straten;
b.
paden;
c.
parkeervoorzieningen
en carpoolplaatsen;
d.
bermen
en beplanting;
met daaraan ondergeschikt:
e.
gebouwen
ten behoeve van het verkeer, zoals wachtruimten voor openbaar vervoer en/of
stallingsruimten voor (brom)fietsen;
f.
geluidwerende
voorzieningen;
g.
groenvoorzieningen;
h.
tuinen,
erven en terreinen;
i.
water;
j.
openbare
nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
k.
bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken.
Voor het bouwen van de in lid 5.1
onder f. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a.
een
gebouw zal binnen een bouwvlak gebouwd worden;
a.
de
bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van de in lid 5.1
onder l. genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.
de
bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste
1.
de
bouwhoogte van palen en masten ten hoogste
2.
de
bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding,
beveiliging en regeling van het verkeer ten hoogste
tenzij de aanduiding “maximale bouwhoogte”
is aangegeven, in welk geval de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, ten hoogste de in die aanduiding aangegeven bouwhoogte zal bedragen;
b.
er
zullen geen windturbines worden gebouwd.
Tot een gebruik, strijdig met deze
bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder c van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
·
het
inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het (de) aangegeven
dwarsprofiel(en).
Burgemeester en wethouders kunnen het
bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
a.
een
ander dwarsprofiel wordt aangegeven, mits:
- de
geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten als gevolg daarvan niet hoger is
dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
b.
een
nieuw bouwvlak wordt aangegeven, mits:
- de
oppervlakte ten hoogste
c.
de
bestemming wordt gewijzigd in de bestemming ‘Bedrijf – Nutsbedrijf,
nutsvoorziening’, ten behoeve van de bouw van transformatiehuisjes en gasdruk-
en regelstations, mits:
- de
oppervlakte ten hoogste
d.
de
bestemming wordt gewijzigd in de bestemming ‘Verkeer – Verblijf’, mits:
1.
de
functie van de betreffende weg is gewijzigd;
2.
de
geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende
voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
e.
een
aangegeven bouwvlak wordt verwijderd;
f.
in een
aanduiding “maximale bouwhoogte” een grotere bouwhoogte voor het bouwen van
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt aangegeven, mits:
1.
de
bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding,
beveiliging en regeling van het verkeer ten hoogste
2.
de
bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste
Burgemeester en wethouders kunnen
toepassing geven aan de in lid 5.4.1 bedoelde
wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan
aan:
1.
het straat- en bebouwingsbeeld;
2.
de milieusituatie;
3.
de woonsituatie;
4.
de landschappelijke waarden;
5.
de cultuurhistorische waarden;
6.
de archeologische waarden;
7.
de natuurwaarden;
8.
de verkeersveiligheid;
9.
de ontsluitingssituatie;
10.
de parkeersituatie;
11.
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende
gronden.