Artikel 49 Waarde - Landschap (Open landschap)

 

49.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Waarde – Landschap (Open landschap)’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden van het open landschap met in achtneming van de specifieke kenmerken van de deelgebieden binnen het open ­land­schap.

49.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwwerk zijnde, of van werkzaamheden

49.2.1 Omgevingsvergunningplicht

a.       Het is, in het gebied waarop deze bestemming betrekking heeft, verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende wer­ken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoe­ren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toe­pas­sing zijnde bestemmingen:

1.      het wijzigen van de verkavelingsstructuur die mede wordt bepaald door het kavelpatroon en/of de verkavelings- of ontginningsrichting en/of het sloten­pa­troon zoals die  zijn weergegeven op de bij deze regels horende bijlage 5, met dien verstande dat:

a.       onder wijzigen wordt  begrepen het geheel of gedeeltelijk dempen of aanleggen van watergangen, indien dit een wijziging van het kavelpatroon en/of de verkavelings- of ontginningsrichting en/of het slotenpatroon tot gevolg heeft;

b.       een omgevingsvergunning uitsluitend wordt verleend op basis van een land­schap­pelijk inrichtingsplan dat in overeenstemming is met:

1.      de uitgangspunten voor het betreffende landschapstype zoals die zijn beschreven in de bij deze regels opgenomen bijlage 5 “landschappelijke waarden”;

2.      het ontgronden, afgraven (waaronder het graven en verbreden van watergangen), egaliseren en ophogen van gron­den ten opzichte van het bestaande maaiveld en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodem­struc­tuur van de kwelderwal, zoals weergegeven in de bij deze regels opgenomen bijlage 55 “landschappelijke waarden open landschap”;

3.      het aanplanten van houtopstanden over een oppervlakte van meer dan 100 m2 en/of over een lengte van meer dan 50 m, met dien verstande dat:

a.       een omgevingsvergunning uitsluitend wordt verleend op basis van een land­schap­pelijk inrichtingsplan dat in overeenstemming is met:

1.      de uitgangspunten voor het betreffende landschapstype zoals die zijn beschreven in de bij deze regels opgenomen bijlage 5 “landschappelijke waarden open landschap”;

b.      In afwijking van het verbod onder a.1 is een omgevingsvergunning niet vereist voor het geheel of gedeeltelijk dempen van watergangen, voorzover gelegen binnen andere bestemmingen dan "Agrarisch - Cultuurgrond", "Agrarisch met waarde - Cultuurgrond", "Bos" en "Natuur"; 

c.       Voor zover voor meerdere werken en/of werkzaamheden omgevingsvergunningen wor­den gevraagd en deze in één (landschappelijk inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken; 

d.      Indien het verlenen van de omgevingsvergunning gevolgen kan hebben voor de waterhuishouding, wordt de aanvraag voor de omgevingsvergunning voorgelegd aan het bevoegde waterschap met het verzoek de aanvraag te voorzien van een deskundigen­ad­vies.

49.2.2 Uitzonderingen op vergunningplicht

Het bepaalde in lid 49.2.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die: 

a.       het normale onderhoud betreffen;

b.      reeds in uitvoering of vergund zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

49.2.3 Criteria

De in lid 49.2.1 genoemde vergunning zal slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan:

a.       de cultuurhistorische, landschappe­lijke en/of natuurwaarden van het gebied;

b.      de rust en de openheid van voor weidevogels geschikte gebieden, zoals die aangegeven zijn op bijlage 8 in de plantoelichting.

49.3 Wijzigingsbevoegdheid

49.3.1 Wijzigen

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

de dubbelbestemming ‘Waarde – Landschap (Open landschap)’ wordt verwijderd.

49.3.2 Criterium

Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 49.3.1 bedoelde wijzigingsbevoegdheid, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden van het open landschap met in achtneming van de specifieke kenmerken van de deelgebieden binnen het open ­land­schap.