35. 1.
Overgangsrecht
bouwwerken
a. Een
bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan
aanwezig of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt
van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
1.
gedeeltelijk worden vernieuwd of
veranderd;
2.
na het teniet gaan ten gevolge van
een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de omgevingsvergunning
voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het
bouwwerk is teniet gegaan.
b. Het
bevoegd gezag kan eenmalig ontheffing verlenen van sublid a. voor het vergroten
van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %.
c. Sublid
a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip
van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in
strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling
van dat plan.
35. 2.
Overgangsrecht
gebruik
a. Het
gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden
voortgezet.
b. Het
is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid
a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig
gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt
verkleind.
c. Indien
het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het
plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden
dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d. Sublid
a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het
voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen
van dat plan.