Artikel 33: Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan
wijzigen in die zin dat:
a.
de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’
wordt aangebracht, indien:
1.
wordt voldaan aan de regels uit de
van toepassing zijnde wettelijke regels;
2.
hierdoor geen onevenredige afbreuk
wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de
woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de
natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende
gronden;
b.
de dubbelbestemming ‘Leiding –
Hoogspanningsverbinding’ wordt aangebracht, indien:
-
hierdoor geen onevenredige afbreuk
wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de
woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de
natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de
aangrenzende gronden;
c.
de dubbelbestemming ‘Leiding –
Overig’ wordt aangebracht, indien:
1.
wordt voldaan aan de regels uit de
van toepassing zijnde wettelijke regels;
2.
hierdoor geen onevenredige afbreuk
wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de
woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de
natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende
gronden;
d.
de dubbelbestemming ‘Leiding –
Water’ wordt aangebracht, indien:
-
hierdoor geen onevenredige afbreuk
wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de
woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de
natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de
aangrenzende gronden;
e.
de dubbelbestemming ‘Waarde –
Archeologie’ wordt aangebracht, indien:
-
door onderzoek archeologische
waarden van terreinen naar voren komen;
f.
de dubbelbestemming ‘Waarde –
Cultuurhistorie’ wordt aangebracht, indien:
-
door onderzoek cultuurhistorische
en (cultuur)landschappelijke waarden van terreinen naar voren komen;
g.
de dubbelbestemming ‘Waarde –
Landschap’ wordt aangebracht, indien:
-
door aanvullend historisch
onderzoek (cultuur)landschappelijke waarden van terreinen naar voren komen;
h.
de dubbelbestemming ‘Waterstaat –
Waterstaatkundige functie’ wordt aangebracht, indien:
-
dit noodzakelijk is ten behoeve van
de bescherming, ophoging en verbetering van de gronden met een waterkerende
en/of waterregulerende (neven)functie;
i.
de gebiedsaanduiding
“vrijwaringszone - vaarweg” wordt aangebracht, indien:
-
een verandering in de klassering
van de betreffende vaarweg in de Provinciale Vaarwegenverordening daartoe
aanleiding geeft;
j.
de gebiedsaanduiding “milieuzone –
grondwaterbeschermingsgebied” wordt aangebracht, indien:
-
een wijziging van het beloop en/of
een verandering in de omvang en de begrenzing van milieubeschermingsgebieden in
de Provinciale Milieuverordening daartoe aanleiding geeft.