Artikel 8

Gemengd - 3

8.1         Bestemmingsomschrijving

8.1.1     Bestemming

De voor ‘Gemengd - 3’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

 

a.         kantoren, uitsluitend op de eerste bouwlaag;

 

b.         wonen;

 

c.         verhardingen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

 

8.1.2     Toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 8.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:

 

a.         gebouwen en overkappingen;

 

b.         bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2         Bouwregels

8.2.1     Gebouwen en overkappingen

Gebouwen en overkappingen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:

 

a.         gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht;

 

b.         de bebouwde oppervlakte per bouwperceel bedraagt maximaal 60%;

 

c.         de goot- en bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal de op de kaart aangegeven maat;

 

d.         de goot- en bouwhoogte van overkappingen bedraagt maximaal 3,00 meter respectievelijk 6,00 meter;

 

e.         per bouwperceel is maximaal één woning toegestaan.

 

8.2.2     Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:

 

a.         de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt maximaal 2,00 meter;

 

b.         de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3,00 meter.

8.3         Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Gemengd - 3’ te wijzigen in de bestemming ‘Wonen’, met dien verstande dat de volgende regels in acht genomen dienen te worden:

 

a.         de nieuwe woningen dienen te passen in het provinciaal planningsstelsel voor woningbouw;

 

b.         de nieuwe woningen mogen geen hinder ondervinden van de aanwezige bedrijven binnen en/of nabij het plangebied;

 

c.         de hoogte en andere maten van de gebouwen dienen te worden afgestemd op de gebouwen in de omgeving;

 

d.         er dienen geen milieuhygiënische belemmeringen te zijn en voldaan moet worden aan de vereisten inzake economische uitvoerbaarheid;

 

e.         de regels ten aanzien van de bestemming ‘Wonen’ zijn van overeenkomstige toepassing.