direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Ramsburg
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BVRAM-VG99

Artikel 1 Begrippen

1.1 verordening

beheersverordening Ramsburg overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in GML-bestand NL.IMRO.0687.BVRAM-VG99 met bijbehorende bestanden.

1.2 verordeningsgebied

het gebied waarop deze verordening van toepassing is, zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0687.BVRAM-VG99 met de bijbehorende bestanden.

1.3 archeologische deskundige

de Walcherse Archeologische Dienst (WAD) of een daaraan gelijkgesteld KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) gecertificeerd onderzoeksbureau.

1.4 archeologisch onderzoek

onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.

1.5 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.7 bedrijf

een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming.

1.8 besluitsubvlak

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.9 bestaand
  • a. bestaand gebruik: het gebruik van de gronden en bouwwerken, zoals aanwezig op het moment van de terinzagelegging van de verordening; daaronder valt niet het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
  • b. bestaande bouwwerken: bouwwerken, die op het moment van de terinzagelegging van de verordening aanwezig zijn en bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd of nog kunnen worden gebouwd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor bouwen;
  • c. bestaande afmetingen: afstands-, hoogte-, inhoud- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van de terinzagelegging van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  • d. bestaande bouwhoogte: bouwhoogtematen, die op het tijdstip van de terinzagelegging van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.10 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.11 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.12 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.13 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.14 grenswaarde

grens, zoals bedoeld in de Wet milieubeheer en zoals uitgewerkt in het Besluit externe veiligheid inrichtingen ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico.

1.15 hoofdgebouw

een of meer panden, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming, het belangrijkst is.

1.16 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.17 peil
  • a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg (ter plaatse van de hoofdtoegang);
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
  • c. voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het water: NAP.
1.18 risicovolle inrichting
  • a. een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde of richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in de verordening toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
  • b. een AMvB-inrichting, waarvoor krachtens de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid, met uitzondering van gasdrukmeet- en regelstations.
1.19 Staat van Bedrijfsactiviteiten

De Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zoals opgenomen in Bijlage 1 van de regels.

1.20 vuurwerkbedrijf

inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is.

1.21 wet/wettelijke regelingen

indien in deze verordening, begrippen in de regels daaronder begrepen, wordt verwezen naar een wet, een wettelijke regeling (Algemene Maatregel van Bestuur of ministeriële regeling), een Keur of een verordening, dienen deze te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van vaststelling van de verordening.