Artikel 1 Begrippen
Bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO. 0687.BPBGMFAB-OH99 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen*).
*afhankelijk van plan.
Verbeelding
De verbeelding (plankaart) van het bestemmingsplan Fietspad Abeelseweg
Aan- en uitbouw
Het aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
Ander bouwwerk
Elk bouwwerk, geen gebouw zijnde.
Archeologische deskundige
De Walcherse Archeologische Dienst (WAD) of een daaraan gelijkgesteld KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) gecertificeerd onderzoeksbureau.
Archeologisch onderzoek
Onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
Archeologische waarden
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
Bestaande bouwwerken/gebouwen
Op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaande bouwwerken/gebouwen, alsmede bouwwerken/gebouwen die worden of mogen worden gebouwd krachtens een bouwvergunning waarvoor de aanvrager voor dat tijdstip is ingediend, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bijgebouw
Een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Brug
Een vaste of beweegbare verbinding voor het verkeer, tussen twee punten die gescheiden zijn door een rivier, kanaal, spoorweg, waterpartij, weg of een ander overbrugbaar obstakel.
Cultuurhistorische waarden
De aan een object, gebouw, terrein, structuur, bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en / of historische gaafheid gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
Erf
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, de bestemming ingevolge het bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
Erfafscheiding
Bouwwerk geen gebouw zijnde dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst in of rondom een erf of terrein.
Erfgrens
De grens van het erf.
Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Geluidsproducerende inrichtingen
Inrichtingen zoals genoemd in het Inrichtingen – en vergunningenbesluit milieubeheer juncto Wet Geluidhinder zoals deze luiden op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan.
Hoofdgebouw
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Lichtmast
Elektrotechnische installatie bestaande uit één of meerdere verlichtingsarmaturen.
Maatschappelijk
Voorzieningen en instellingen, gericht op het aanbieden en uitoefenen van activiteiten, gericht op de sociale, maatschappelijke, medische, zorgverlenende, educatieve, levensbeschouwelijke, en openbare dienstverlening als ook beschermde woonvormen, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang.
Nutsvoorziening
Voorziening ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Opslag
Het bedrijfsmatig opslaan van goederen, gegevens etc.
Overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
Peil
a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg (ter plaatse van de hoofdtoegang);
b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
Samenhangend straat- en bebouwingsbeeld
Een goede hoogte-/breedte-verhouding tussen de bebouwing onderling;
Een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.
Tuin
Omheind of afgeperkt stuk grond, behorende bij een gebouw en daaraansluitende of het omgevende, over het algemeen ingericht met bloemen, planten, bomen en andere gewassen.