Artikel 18
18.1 Bestemmingsomschrijving
18.1.1 Bestemming
De voor “Waarde-Landschap” aangewezen gronden zijn, behalve voor
de andere aldaar geldende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de
herstel van landschapswaarden.
18.1.2 Toelaatbare bebouwing
Op of in deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de
in lid 18.1.1 genoemde bestemming worden gebouwd:
a.
bouwwerken,
geen gebouw zijnde.
18.1.3 Verboden bebouwing
Bouwwerken ten dienste van de andere
aldaar geldende bestemming(en) zijn op deze gronden niet toelaatbaar, met
uitzondering van reeds bestaande bouwwerken.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd met
inachtneming van de volgende regel:
a.
de
bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal
18.3 Nadere eisen
Reeds bestaande bouwwerken ten
dienste van de andere aldaar geldende bestemming(en) mogen worden vernieuwd of
veranderd, mits de bestaande omvang niet wordt vergroot.
18.4 Ontheffing van de
bouwregels
18.4.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen
van het bepaalde in:
a.
lid
18.1.3 voor het bouwen of uitbreiden van bouwwerken van de voor deze gronden
andere aldaar geldende bestemmingen(en), mits de landschapswaarden van de
gronden hierdoor niet onevenredig worden geschaad;
b.
lid
18.2.1, sub a tot een bouwhoogte van maximaal
18.4.2 Bij het verlenen van ontheffing als bedoeld in lid 18.4.1, sub a
winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige met
betrekking tot de vraag of bij het bouwplan de landschapswaarden voldoende
worden ontzien en de eventuele te stellen voorwaarden.
18.4.3 Bij het verlenen van ontheffing als bedoeld in lid 18.4.1 is het
bepaalde in artikel 38 van toepassing.
18.5 Aanlegvergunning
18.5.1 Aanlegvergunningvereiste
Het is verboden om zonder of in afwijking van een
schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de
navolgende werken en/ of werkzaamheden uit te voeren:
a.
het
vernietigen van voor het gebied kenmerkende bodemvegetatie door het afbranden
van beplanting of restanten hiervan dan wel door toepassing van biociden;
b.
het
ophogen, ontginnen, bodemverlagen, afgraven of
egaliseren van gronden voor zover geen ontgrondingsvergunning
is vereist;
c.
het
planten of verwijderen van houtgewas;
d.
het
aanleggen, verbreden, of verharden van wegen, voet-, ruiter-, of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en
het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
e.
het
aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-,
energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies,
installaties of apparatuur;
f.
het
aanbrengen van voorzieningen voor extensieve dagrecreatie/natuurrecreatie;
g.
het
aanleggen van drainage;
h.
het
graven of dempen van sloten, watergangen, vijvers of vaarten.
18.5.2 Uitzonderingsregel
Het in lid 18.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het
uitvoeren van:
a.
werken
en/of werkzaamheden die het normaal onderhoud en beheer betreffen;
b.
werken
en/of werkzaamheden die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan in
uitvoering zijn.
18.5.3 Werken en/of werkzaamheden
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 18.5.1 zijn
slechts toelaatbaar indien geen blijvende onevenredige schade wordt toegebracht
aan de landschapswaarden. Met betrekking tot de vraag of blijvende onevenredige
schade wordt toegebracht aan de landschapswaarden winnen burgemeester en
wethouders schriftelijk advies in bij een landschapsdeskundige.