Artikel 7                                 Wonen – 1 (W-1)

 

Lid 7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor wonen-1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. woningen;

b. bijgebouwen;

c. parkeren.

 

Ten dienste van de bestemming zijn tuinen, water, zwembaden andere bouwwerken en toegangspaden toegestaan

 

Lid 7.2 Bouwregels

woningen                              

1. De woningen mogen uitsluitend binnen de aangegeven bouwaanduidingen met “specifieke bouwaanduiding – nieuwbouw villa 1”en “specifieke bouwaanduiding – nieuwbouw villa 2” worden gebouwd waarbij de volgende voorwaarden van toepassing zijn:

 

a.             Voordat de aanvraag om omgevingsvergunning wordt verleend dienen alle

gebouwen, bouwwerken en verhardingen op de percelen D 02665, D 02802, D 02577, D 02575, D02871, D 01325, D 01326 en D 01327 verwijderd te zijn;

b.            Er maximaal één woning per specifieke bouwaanduiding mag worden gebouwd;

c.             Het staken van alle paardenactiviteiten op de percelen D 02802, D 02665 , D 02871 en D 02575;

d.            Voor het gebied een, door burgemeester en wethouders goed te keuren, inrichtingsplan is opgesteld waarin is aangegeven hoe de landschappelijke inpassing van de woning en het behoud van de op het terrein aanwezige (cultuurhistorische) waarden wordt gewaarborgd en gerealiseerd;

e.            Het bepaalde in artikel 10 “Waarde Cultuurhistorie” onverminderd van kracht blijft;

f.              De percelen D 01325, D 01326 en D 01327 worden heringericht als weiland;

g.         De gevel van een nieuw te bouwen woning bevindt zich op een afstand van tenminste 50 m van een bouwvlak van een inrichting voor het houden van landbouwhuisdieren zonder geuremissiefactor als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij waarbinnen een overdekt dierenverblijf of een opslag van agrarische bedrijfsstoffen als bedoeld in het Activiteitenbesluit mag worden gerealiseerd.

 

2.   Ten aanzien van de te bouwen woningen inclusief  bijgebouwen geldt dat de totale inhoud niet   meer mag bedragen dan 2522m³.

 

1.     De inhoud van de woningen mag niet meer dan 1106m³ per woning bedragen ( 2522m³ - 310 m³ (bijgebouwen) /2 ).

 

 

bouwhoogte                     

2.     De goothoogte en de bouwhoogte van de woningen mogen  maximaal 3 meter  respectievelijk 9 meter bedragen;

3.     De woningen dienen te worden afgedekt met een kap waarvan de dakhelling ten minste 30◦ zal en maximaal 52◦ mag bedragen.

4.     Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om ontheffing van het bepaalde onder lid 7.2 sub 4 te verlenen wanneer dit gewenst is voor de realisatie van een ingekomen aanvraag om omgevingsvergunning, en daarmee wordt bijgedragen aan een evenwichtig en hoogwaardig architectonisch ontwerp. Alvorens te besluiten, wordt hierover een bindend advies ingewonnen bij de commissie Welstand en Cultureel Erfgoed.

 

6.  Bij iedere woning zijn maximaal twee bijgebouwen toegestaan, met dien verstande dat:

a.         de inhoud van de bijgebouwen per woning niet meer mag bedragen dan 155m³;

b.         de goot- en bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw maximaal 2,75 meter respectievelijk 5,00 meter mogen bedragen;

c.         de vrijstaande bijgebouwen moeten worden gebouwd opeen afstand van tenminste 2,00 meter van de woning;

d.         de vrijstaande bijgebouwen moeten worden gebouwd op een afstand van tenminste 5,00 meter van de bestemming water;

e.         indien vrijstaande bijgebouwen zijn gesitueerd achter het verlengde van de achtergevel en naast het verlengde van de zijgevel, dan wel de achter- en/of zijgevelbouwgrens, de afstand tot de woning tenminste 1,00 meter moet bedragen;

f.          dakkapellen op bijgebouwen niet zijn toegestaan;

g.         kelders onder bijgebouwen zijn toegestaan met dien verstande dat koekoeken en/of een inritconstructie die toegang biedt tot een kelder onder het bijgebouw niet zijn toegestaan.

 

andere bouwwerken           

Voor andere bouwwerken geldt dat:

a.             de bouwhoogte maximaal 2,50 meter mag bedragen;

b.            de hoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel maximaal 1 meter mag bedragen en achter de voorgevel 2 meter. Voor entreehekken geldt een maximum bouwhoogte van 2,50 meter.

c.             waar een redelijkerwijs een inhoud kan worden gemeten, moeten worden gebouwd op tenminste 2,00 meter van de achtergevel of een in het verlengde daarvan te trekken lijn;

d.            waar redelijkerwijs een inhoud kan worden gemeten, mag de totale oppervlakte aan andere bouwwerken buiten het bouwvlak maximaal 6,00m² bedragen;

e.            binnen vijf meter uit de oeverlijn van de bestemming “Water” mogen geen bebouwing en bouwwerken worden opgericht.

f.              een kelder onder een gebouw is toegestaan met dien verstande dat koekoeken en/ of een inritconstructie die toegang biedt tot de kelder buiten het bouwvlak niet zijn toegestaan.

 

Zwembaden

Onoverdekte zwembaden en de daarbij behorende andere bouwwerken zijn toegestaan, mits:

a.         per woning niet meer dan één zwembad wordt aangelegd;

b.         de oppervlakte van een zwembad niet meer bedraagt dan 65m²;

c.         de bouwhoogte van een zwembad maximaal 0,50 meter bedraagt;

d.         de zwembaden dienen te worden gesitueerd achter en minstens 5 meter uit de voorgevelbouwgrens of een in het verlengde daarvan te trekken lijn.

 

Lid 7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaats en de afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken in relatie tot:

a.         de instandhouding van c.q. het tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

b.         de instandhouding van de aan de gronden eigen zijnde cultuurhistorische waarden, zoals vastgelegd in artikel 10;

c.         de verkeersveiligheid: als gevolg van bebouwingsmogelijkheden mogen geen verkeersonveilige situaties ontstaan;

d.         de gebruiksmogelijkheden op naastgelegen bestemmingen, met dien verstande dat andere bestemmingen niet in hun gebruik mogen worden beperkt.

 

lid 7.4 Specifieke gebruiksregels

1.         Werkruimtes voor een aan huis verbonden beroep zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:

a.       de werkruimtes zich bevinden in de woningen of in aanbouwen;

b.      de vloeroppervlakte ten behoeve van het aan huis verbonden beroep mag maximaal 30% van de woning bedragen tot een maximum van 40,00m²;

c.       er slechts een beperkte verkeersaantrekkende werking van mag uitgaan.

2.         Een bijgebouw bij een woning dient slechts voor berging en/of stallingsdoeleinden en mag niet worden gebruikt:

a.       als woning of gastenverblijf;

b.      ten behoeve van een aan huis gebonden beroep.