Artikel 9

 

Gemengd - 2 (GD-2)

 

 

 

lid 9.1

 

Bestemmingsomschrijving

 

 

 

 

 

De voor “Gemengd - 2” aangewezen grond is bestemd voor:

a.    wonen;

b.    horecavoorzieningen, zoals vermeld onder 1a en 1b van de bij deze regels behorende bijlage, Staat van Horeca-activiteiten; detailhandel; maatschappelijke-, medisch-sociale-; sociaal-culturele-, sociaal-educatieve en levensbeschouwelijke voorzieningen; kantoren zonder baliefunctie en/of dienstverlening; alsook horeca ten dienste van deze voorzieningen als bedoeld in sub 1b. van de van de bij deze regels behorende bijlage “Staat van Horeca-activiteiten”,  met dien verstande dat al deze functies alleen op de begane grond zijn toegestaan;

c.    woonstraten en paden;

d.    parkeervoorzieningen;

e.    water en groenvoorzieningen.

 

 

Ten dienste van de bestemming zijn tuinen, erven, terreinen en andere bouwwerken toegestaan.

 

 

 

lid 9.2

 

Bouwregels

 

 

 

1.

 

Het hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.

 

 

 

goot- en bouwhoogte             2.

 

Het gebouw en delen van het gebouw mogen geen grotere goot- en bouwhoogte hebben dan aanwezig op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van het plan.

 

 

 

parkeren                             3.

 

Op eigen terrein dient te worden voorzien in de parkeerbehoefte zoals opgenomen in  de bijlage 2 ‘Tabel parkeernormen’.

 

 

 

andere bouwwerken               5.

 

De hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 2,00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel  c.q. het verlengde daarvan maximaal 1,00 meter mag bedragen.

 

 

 

6.

 

Van andere bouwwerken waarvan redelijkerwijs een inhoud kan worden gemeten, mag de oppervlakte aan andere bouwwerken buiten het bouwvlak maximaal 6,00 m² bedragen.

 

 

 

lid 9.3

 

Nadere eisen

 

 

 

 

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaats en de afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken in relatie tot:

 

 

e.      de instandhouding van c.q. het tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

f.       de instandhouding van de aan de gronden eigen zijnde cultuurhistorische waarden, zoals vastgelegd in artikel 20;

g.      de verkeersveiligheid: als gevolg van bebouwings-mogelijkheden mogen geen verkeersonveilige situaties ontstaan;

h.      de sociale veiligheid: voorkomen dient te worden dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onher-kenbaar en niet sociaal controleerbaar is.