Artikel 26

 

Algemene wijzigingsregels Vernietigd door de Raad van State d.d. 22 augustus 2012

 

 

 

lid 26.1

 

De gemeenteraad is bevoegd de bestemming van de gronden op de verbeelding aangeduid met ‘Wro zone-wijzigingsgebied’, te wijzigen in de bestemmingen Gemengd-1, Wonen-1, Tuin, Water, Groen en Verkeer - verblijf, met dien verstande dat na wijziging de bepalingen van de artikelen 8, 10, 14, 15, 16 en 17 van toepassing zijn.

 

 

 

lid 26.2

 

Voorwaarde toepassing wijzigingsbevoegdheid

 

 

 

 

 

Randvoorwaarde bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid is het onderkennen van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied als zwaarwegend belang bij de verdere ontwikkelingen binnen het gebied. Daarmee wordt beoogt een basis te leggen voor een ruimtelijke ontwikkeling die rekening houdt met het beleid van hogere overheden en inspeelt op aanwezige kwaliteiten, daarvan gebruik maakt en daarop voortbouwt.

 

Onder verwijzing naar de “gebiedsinventarisatie cultuurhistorische waarden Kerkehout – sportvelden en omgeving”, zoals die is opgenomen als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan, gelden voor het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 1. de volgende uitgangspunten.

 

 

 

Ondergrond en karakteristiek

Het gebied waarvoor de wijzigingsbevoegdheid van toepassing is, ligt grotendeels op een smalle strandwal en gedeeltelijk in een strandvlakte.

Het gebied maakt onderdeel uit van de overgangszone tussen de beslotenheid van de brede strandwal waarop zich de Rijksstraatweg bevindt (met aan weerszijden o.a. bebossing en de woonbuurt Het Kerkehout) en het lager gelegen weidegebied dat grenst aan de Veenwatering.

 

Het verband tussen de geologische structuur en het grondgebruik hangt sterk met elkaar samen. De hierboven aangeduide overgangszone tussen de brede strandwal en het veenweidegebied, heeft een half-open karakter door de aanwezigheid van boerderijen en de ontsluitende wegen – welke met tweezijdige beplanting in alle gevallen zwaar zijn aangezet – en anderzijds omdat in deze zone verdichting is opgetreden als onderdeel van de landgoedontwikkeling (zoals Langenhorst, Persijn en Oud Clingendaal).

 

Hierdoor is het gebied te karakteriseren als ‘half-open’ en aan de zuid-oostkant, vanaf de oorspronkelijke Molensloot, als ‘open’. Voor toekomstige ontwikkelingen dient deze karakteristiek als uitgangspunt en ter plaatse van het huidige volkstuincomplex dient de openheid vergroot te worden.

 

 

 

 

Water

De oorspronkelijke verkavelingstructuur, met langgerekte kavels en tussenliggende kavelsloten, is aan de rand van het gebied nog herkenbaar. Een belangrijke dwarsverbinding tussen de kavelsloten is de Molensloot. Deze is voor een gedeelte nog in haar oorspronkelijke beloop aanwezig, en gedeeltelijk vergraven. Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient de verkavelingstructuur herkenbaar te blijven en de waterstructuur waar mogelijk hersteld en versterkt te worden.

Binnen de begrenzing van het gebied waarvoor de wijzigingsbevoegdheid van toepassing is, wordt geen bebouwing toegestaan binnen een afstand van 10.00 meter tot de op de verbeelding aangegeven waterlopen, gerekend vanaf de boveninsteek van de Molensloot en de waterlopen naast Het Kerkehout en de Verlengde Wittelaan. Voor de overige waterlopen geldt een maat van 5.00 meter.

 

 

 

Objecten

Binnen het gebied bevinden zich geen (bouwkundige) objecten die vanwege hun cultuurhistorische waarde in een nieuwe ontwikkeling ingepast hoeven te worden. De voormalige boerderijlocatie Wittelaan 23, waarvan de begrenzing in de vorm van een waterloop en opgaande beplanting nog enigszins herkenbaar is, is als motief voor een stedenbouwkundige ontwikkeling te gebruiken. 

 

 

 

Aansluiten op bestaande structuur

In de bestaande wijk is de overheersende bebouwingsrichting zuidwest-noordoost, dezelfde richting als en parallel aan de strandwal. Voor het overige is van de bestaande landschappelijke structuur weinig meer herkenbaar. Wel is Het Kerkehout als hoofdontsluiting aangehouden; haaks op de Rijksstraatweg en dus de strandwal. Daarop zijn de zijstraten aangetakt, met enkele hoekverdraaiingen die hun aanleiding vinden in de ondergrond.

 

Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient enerzijds aangesloten te worden op de bestaande bebouwingsstructuur, zowel in maatvoering als in schaal, anderzijds dient de landschapsstructuur als motief voor de verdere ontwikkeling te worden aangehouden.

 

De twee toegangswegen naar de (voormalige) boerderijlocaties – de Verlengde Wittlaan en Het Kerkehout – dienen in hun huidige karakteristiek gehandhaafd te blijven.

 

 

 

Invloed op biotopen

De (voormalige) agrarische complexen Het Kerkehout 64 en Kerkehout 103 dienen in hun solitaire ligging én als herkenbaar onderdeel van het boerderijlint herkenbaar en beleefbaar te blijven. Waar mogelijk wordt de oorspronkelijke erfbeplanting van Het Kerkehout 103 hersteld.

Het karakter van de toegang naar deze voormalige boerderij, bestaande uit een halfverhard pad met opgaande gebiedseigen beplanting en aan weerszijden een waterloop, dient behouden te blijven.

 

De landgoedbiotopen van de landgoederen Langenhorst en Oud Clingendaal liggen op ruim 400 respectievelijk 160 meter afstand van het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid van toepassing is. Deze landgoedbiotopen mogen niet verstoord worden; gezien de fysieke afstand en de toegestane inrichting van het gebied, zal hiervan geen sprake zijn.

 

 

 

Functioneel

Daar waar het gebied aan de zuidoostzijde overgaat naar het weiland, blijft een recreatieve strook gehandhaafd.

 

Bij de keuze van aanplant van bomen dient voor gebiedseigen soorten gekozen te worden, die ook in de huidige beplanting de boventoon voeren.

 

 

 

Overig

Van de woningen wordt minimaal 30% in de sociale sector gerealiseerd. Voldaan wordt aan de in de bijlage opgenomen ‘tabel parkeernormen’ en voorzien wordt in een adequate verkeersafwikkeling.

 

Het totaal van de bebouwing bedraagt maximaal 30% van het gebied waarvoor de wijzigingsbevoegdheid geldt.

 

 

 

2.

 

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het plan is de procedure als omschreven in artikel 27, lid 27.1, van toepassing.