Artikel 14 |
|
Tuin (T) |
|
|
|
|
|
lid 14.1 |
|
Bestemmingsomschrijving |
|
|
|
|
|
|
|
De voor “Tuin” aangewezen gronden zijn bestemd voor bij de hoofdgebouwen behorende tuinen. |
|
|
|
Ten dienste van de bestemming zijn uitsluitend andere bouwwerken en ondergrondse parkeervoorzieningen toegestaan. |
|
|
|
|
|
lid 14.2 |
|
Bouwregels |
|
|
|
|
|
1. |
|
Het aanbrengen van verharding is alleen toegestaan tot een maximum van 40% van de gronden met de bestemming Tuin per bouwperceel. |
|
|
|
|
|
andere bouwwerken 2. |
|
De hoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 1,00 meter. |
|
|
|
|
|
3. |
|
Andere bouwwerken waarvan redelijkerwijs een inhoud kan worden gemeten zijn niet toegestaan. |
|
|
|
|
|
4. |
|
Het oprichten van andere bouwwerken ten dienste van het stallen van fietsen of het plaatsen van huisvuilcontainers voor de voorgevelbouwgrens is toegestaan, mits: |
|
|
|
a. geen andere bouwwerken of bijgebouwen in of bij de woning aanwezig zijn die bereikbaar zijn via een achterom, achterpad, via de voor- of zijtuin of op andere reële wijze; b. geen enkele mogelijkheid bestaat tot het realiseren van een inpandige berging of een berging in de tuin zodanig dat deze bereikbaar is via een achterom, een achterpad, via de voor- of zijtuin of op andere reële wijze; c. het andere bouwwerk niet hoger is dan de maximaal toegestane hoogte van de erfscheiding in de voortuin met een maximum hoogte van 1,5 meter; d. het andere bouwwerk niet hoger is dan de maximaal toegestane hoogte van de erfscheiding in de voortuin met een maximum hoogte van 1,5 meter; e. de totale oppervlakte van het andere bouwwerk maximaal 4,00 m2 bedraagt; f. het andere bouwwerk moet toegankelijk zijn vanuit de tuin en mag niet rechtstreeks toegankelijk zijn vanaf de openbare weg; g. het andere bouwwerk moet op of ten minste 1,00 meter uit de zijdelingse erfgrens zijn gesitueerd; h. de verharding van de tuin ten behoeve van het andere bouwwerk tot een minimum beperkt blijft; i. het andere bouwwerk niet staat voor een gevelopening in het hoofdgebouw indien de afstand tussen het hoofdgebouw en het andere bouwwerk minder dan 1,00 meter bedraagt; j. het andere bouwwerk een plat dak (mag wel onder afschot liggen) heeft; k. het andere bouwwerk tenminste 1,00 meter uit de grens met de openbare weg is gelegen, tenzij een hogere en dichte erfscheiding voor de berging is geplaatst waardoor deze niet zichtbaar zal zijn vanaf de openbare weg. |
|
|
|
|
|
lid 14.3 |
|
Specifieke gebruiksregels |
|
|
|
|
|
|
|
De gronden gelegen met de bestemming Tuin mogen niet worden gebruikt voor stalling van caravans, voer- en vaartuigen. |
|