Konijnenburg Groep

HOOFDSTUK 2:         BESTEMMINGSREGELS

 

 

ARTIKEL 7

 

 

Waarde - Cultuur

 

 

 

 

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

 

Dubbelbestemming:                                                            

 

WR-C              waarde - cultuur

 

 

 

7.1  Bestemmingsomschrijving

 

De voor “Waarde - Cultuur” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van cultuurhistorische waarden.

 

 

7.2       Bouwregels

 

Bouwen als bedoeld in lid 1.6 dient zodanig plaats te vinden dat de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan aanwezige cultuur‑historische waarden niet worden aangetast. Burgemeester en wethouders laten zich daarbij adviseren door

deskundigen. Binnen de dubbelbestemming “Waarde‑cultuurhistorie” is een scherpe beoordeling op welstand en beeldkwaliteit gewenst. Het handboek welstand en beeldkwaliteit zal hiervoor als aanvullend toetsingskader worden gehanteerd.

 

 

7.3       Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

7.3.1 Verbod

 

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, werkzaamheden te verrichten die voorkomen in de onderstaande opsomming:


a.            het aanleggen van verharde wegen, paden of parkeerstroken en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen met een grotere plaatselijke oppervlakte dan 50 m2, tenzij daarmee direct toegang wordt ver‑schaft tot een woning en/of bijbehorende

               bijgebouwen dan wel een gebouw met een andere functie;

 

Een landschappelijke inpassing is in alle gevallen vereist. Bij een toename van verhard oppervlak is het beleid van Rijnland zoals vastgelegd in de Keur en beleidsregels 2006 mede een toetsingskader.

b.            het ontginnen, bodem verlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van gronden met een grotere hoogte dan 30 centimeter;

c.            het kappen van bomen die deel uitmaken van bestaan‑de laanbeplanting;

d.            aantasting van wateren, waterlopen, sloten en greppels door graven, dempen, verdiepen, vergroten en/of herprofilering;

e.            de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanleg‑plaatsen;

f.             alle overige werkzaamheden die de cultuurhistorische waarden in het terrein kunnen aantasten en die niet worden gerekend tot het normale onderhoud van de gronden.

 

7.3.2       Uitzonderingen vergunningsplicht

 

Het bepaalde in lid 7.3.1 is niet van toepassing op het uitvoeren van andere werken en/of werkzaamheden in het kader van onderhoud en beheer.