De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a groenvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
b fiets- en voetpaden;
c water;
d waterhuishoudkundige voorzieningen;
e kunstwerken.
f objecten van beeldende kunst;
Op of in de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a de bouwhoogte van beeldende kunst bedraagt maximaal 3 m¹;
b de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 6 m¹.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid
7.1 voor het toestaan van het gebruik van gronden en bouwwerken als jongerenontmoetingsplaats, met dien verstande dat:
a
de oppervlakte maximaal
b de minimale afstand tot een woning ten minste 50 m1 bedraagt.