De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a spoorwegvoorzieningen;
b kruisingen ten behoeve van wegen, straten en water;
met de daarbij behorende:
c stationsvoorzieningen;
d ongebouwde parkeervoorzieningen;
e fietsenstallingen;
f groenvoorzieningen, waaronder bermen, taluds en beplanting;
g kunstwerken;
h water;
i waterhuishoudkundige voorzieningen;
Op of in de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
a de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 m¹.