De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a maatschappelijke dienstverlening met uitzondering van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven;
b peuterspeelzalen en/of kinderdagverblijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf’;
met de daarbij behorende:
c tuinen, erven en terreinen;
d wegen en paden;
e parkeervoorzieningen;
f groenvoorzieningen;
g water;
h waterhuishoudkundige voorzieningen;
i kunstwerken;
j speeltoestellen.
Op of in de gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
a gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
c de maximale goot - en bouwhoogte zijn aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevellijn bedraagt maximaal 1 m¹;
b de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevellijn bedraagt maximaal 2 m¹;
c de bouwhoogte van speeltoestellen bedraagt maximaal 4 m¹;
d de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2,5 m¹.
Het bevoegd gezag kan bij een
omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 sub a, teneinde een
kinderdagverblijf en/of peuterspeelzaal toe te staan, met dien verstande dat:
a er geen afbreuk wordt gedaan aan het karakter van de omgeving als gevolg van bijvoorbeeld geluidsoverlast, verkeersaantrekkende werking of een onaanvaardbare parkeerdruk in de openbare ruimte;
b afwijking niet is toegestaan ter plaatse van de aanduidingen ‘veiligheidszone - leiding’ en ‘veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen’ en er voor het overige geen belemmeringen zijn uit oogpunt van externe veiligheid.