ARTIKEL 5                  TUIN    

 

 

5.1      Bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.     tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;

 

alsmede voor:

b.     ter plaatse van de aanduiding ontsluiting, een ontsluiting voor het verkeer met een breedte van tenminste 5 meter;

 

met dien verstande dat:

c.     in de eerste plaats het bepaalde in artikel 9 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie 2.

 

 

5.2      Bouwregels

Op de voor Tuin aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 1 meter, met dien verstande dat:

a.     een overkapping boven de voordeur is toegestaan, mits:

1.         de breedte maximaal 120% bedraagt van de breedte van de entreepartij;

2.         de overkapping niet meer dan 1 meter uitsteekt van de gevel waaraan wordt aangebouwd;

3.         het om een open constructie zonder zijwanden gaat;

4.         de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het gebouw waaraan wordt aangebouwd, vermeerderd met 0,25 meter;

b.     een erker is toegestaan, mits:

1.         de erker niet meer dan 1.50 meter uitsteekt uit de gevel waaraan wordt uitgebouwd;

2.         de erker niet meer dan 75% beslaat van de voorgevel waaraan wordt uitgebouwd;

3.         de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt uitgebouwd, vermeerderd met 0,25 meter;

c.     per woning maximaal 1 vlaggenmast is toegestaan met een hoogte van maximaal 6 meter;

d.     ter plaatse van de aanduiding ontsluiting, een verkeersontsluiting is voorzien zodat een strook van tenminste 5 meter dient vrij te blijven van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.