Artikel 15      Algemene bepalingen met betrekking tot het bouwen

1.1.             Algemeen bouwvoorschrift ten behoeve van de molenbiotoop

15.1.1. Ongeacht hetgeen is bepaald op de kaart en in hoofdstuk 2, gelden ter plaatse van de aanduiding "molenbiotoop" de volgende voorschriften:

a.          binnen een afstand van 100 m tot het middelpunt van de molen mag geen bebouwing wor­den opgericht hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;

b.          binnen een afstand van 100 tot 400 m tot het middelpunt van de molen mag geen bebou­wing worden opge­richt met een hoogte die meer bedraagt dan 1/30 van de afstand van het bouwwerk tot het middelpunt van de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verti­caal staande wiek.

 

2. Het college van burgemeester en wethouders kan vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 15.1.1, onder a en b van dit artikel, indien:

a.          de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten be­bouwing;

b.          toepassing van de in lid 1 bedoelde afstands- en of hoogtematen de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden.