A. Doeleindenomschrijving
De op de plankaart voor
“bedrijfsdoeleinden” aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
1 bedrijven, die zijn genoemd in
bijlage 1 onder de
categorieën
1 en 2, met daarbij behorende
productiegebonden detailhandel, met uitzondering
van geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
2 dienstverlenende bedrijven, die
zijn genoemd in bijlage 1
onder de categorieën 1 en 2;
3 maatschappelijke voorzieningen
als bedoeld in artikel 1z
en die zijn genoemd in bijlage 1 onder de
categorieën 1
en 2;
4 detailhandel in auto’s, boten en
caravans;
5 detailhandel in keukens en
sanitair;
6 afhaalcentra;
7 kantoren;
met daaraan ten dienste:
8 verkeer en verblijf;
9 groenvoorzieningen.
B. Bebouwingsbepalingen
1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende
bepalingen:
a een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak
worden gebouwd;
b het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet
meer dan 60 % bedragen;
c indien en voorzover op de plankaart een rooilijn
is aangegeven dient (dienen) per gebouw één (of meer)
gevel(s)
in de rooilijn te worden gebouwd;
d de hoogte van een gebouw mag niet meer dan 14 m
bedragen.
2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde,
gelden de volgende bepalingen:
- de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag
niet meer dan 8 m bedragen.
C. Nadere
eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te
stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing indien dit naar hun
oordeel noodzakelijk is in verband met het straat- en bebouwingsbeeld, de
verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en
bouwwerken.
D. Vrijstelling
van de bebouwingsbepalingen
Burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling verlenen
van:
- het
bepaalde in lid B sub 1 onder b en toestaan dat het
bebouwingspercentage wordt verhoogd naar 70% mits
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
a het straat-
en bebouwingsbeeld;
b de gebruiksmogelijkheden van de
aangrenzende
gronden en bouwwerken.
Bij het
verlenen van vrijstelling door burgemeester en
wethouders
wordt de procedure in acht genomen zoals
omschreven
in artikel 14.
E. Strijdig
gebruik
Tot een
gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld
in
artikel 15 lid A, wordt in ieder geval gerekend:
1 het
gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve
van kantoren waarvan de omvang
meer bedraagt dan
500 m² per vestiging;
2
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve
van de uitoefening van het
horecabedrijf;
3 het
gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve
van detailhandel anders dan die
is genoemd in lid A;
4 het
gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve
van de uitoefening van een
seksinrichting;
5 het
gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve
van bedrijfswoningen;
6 het
gebruik van gronden en bouwwerken voor een
afhaalcentrum:
a waarvan de omvang meer bedraagt dan 100 m²
bedrijfsvloeroppervlak
per vestiging en/of
b indien hierdoor het aantal afhaalcentra op de in
lid A bedoelde
gronden meer bedraagt dan drie.
F. Vrijstelling
van de gebruiksbepalingen
Burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling verlenen
van:
1 het
bepaalde in lid E sub 1 en toestaan dat er kantoren
met een grotere omvang dan 500
m² worden gevestigd.
Voor kantoren met een grotere
omvang dan 750 m²
dient vooraf een verklaring van
geen bezwaar van
Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland te zijn
ontvangen;
2 het
bepaalde in lid A sub 1 en toestaan dat tevens
bedrijven worden gevestigd die
naar aard en invloed
op de omgeving gelijk te stellen
zijn met de bedrijven
genoemd in bijlage 1 onder de
categorieën 1 en 2, mits:
- het niet betreft geluidszoneringsplichtige
inrichtingen;
3 het
bepaalde in lid A sub 2 en toestaan dat tevens
bedrijven worden gevestigd die
naar aard en invloed op
de omgeving gelijk te stellen
zijn met de bedrijven
genoemd in bijlage 1 onder de
categorieën 1 en 2;
4 het bepaalde in lid A sub 3 en toestaan dat tevens
maatschappelijke voorzieningen
worden gevestigd die
naar aard en invloed op de
omgeving gelijk te stellen
zijn met de bedrijven genoemd in
bijlage 1 onder de
categorieën 1 en 2;
5 het
bepaalde in lid E sub 5 en toestaan dat er
bedrijfswoningen worden
gevestigd mits voldaan wordt
aan de volgende aspecten:
a bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan op de
gronden,
die op de plankaart niet zijn voorzien van
de aanduiding
“bedrijfswoningen niet toegestaan”;
b bedrijfswoningen kunnen slechts worden
toegestaan
als in relatie met de bedrijfsvoering de
noodzaak
is aangetoond;
c de situering van bedrijfswoningen dient zoveel
mogelijk
in de nabijheid van een ontsluitingsweg te
geschieden.
Situering op achterterreinen dient te
worden
voorkomen;
d het totale vloeroppervlak van een bedrijfswoning
mag niet
meer dan 200 m² bedragen;
e de nokhoogte van een bedrijfswoning mag
niet
meer dan
10 m bedragen;
f het
aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan één
per bedrijf
bedragen;
Bij het verlenen van vrijstelling door burgemeester en wethouders wordt de procedure in acht genomen zoals omschreven in
artikel 14.