Artikel 3 Sport - Manege

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijfsgebouwen, en overkappingen, ten behoeve van een manege en pensionstalling;

  2. wonen in een bedrijfswoning;

  3. ondergeschikte horeca;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bedrijfswoning 1', tevens een bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken, al dan niet in combinatie met ruimten voor aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsactiviteit;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bedrijfswoning 2', tevens een tijdelijke inpandige bedrijfswoning;

  6. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' tevens een ontsluitingsweg;

  7. ter plaatse van de aanduiding 'groen' uitsluitend groen ten behoeve van de landschappelijke inpassing zoals opgenomen in de bijlage;

  8. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water- en waterhuis- houdkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Bedrijfsgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in lid 3.1 genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  1. Gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

  2. De goothoogte van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'.

  3. De bouwhoogte van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'.

  4. De dakhelling van een gebouw en overkapping bedraagt ten minste 20° en ten hoogte 65°.

 

3.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  1. Bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen - bedrijfswoning 1' en 'specifieke vorm van wonen - bedrijfswoning 2'.

 

  1. De inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan:

  1. 750 m3, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bedrijfswoning 1' ;

  2. 250 m3, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bedrijfswoning 2'.

  1. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.

  2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 8 m.

  3. De dakhelling bedraagt ten minste 20° en ten hoogte 65°.

 

3.2.3 Bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  1. Bijbehorende bouwwerken en overkappingen dienen op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd.

  2. De gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken en overkappingen mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan 100 m².

  3. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.

  4. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 m.

  5. De afstand tussen de gevel van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en overkappingen en de gevel van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan
    20 m.

 

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van stapmolens en trainingsmolens mag niet meer bedragen dan 3 m.

  2. De bouwhoogte van mestsilo's en mestplaatsen mag niet meer bedragen dan 3 m.

  3. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 10 m.

  4. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.

  5. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

3.3 Specifieke gebruiksregels

 

3.3.1 Aan-huis-verbonden beroep en bedrijf

Binnen deze bestemming is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing van de bedrijfswoning en/of bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 40 m².

  2. De activiteit mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven.

  3. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.

  4. Detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel.

  5. Het wonen dient als hoofdfunctie intact te blijven.

 

3.3.2 Landschappelijke inpassing

Ten behoeve van de landschappeljk inpassing geldt de volgende bepaling:

  1. De gronden mogen overeenkomstig de bestemmingsomschrijving niet eerder worden gebruikt dan nadat de landschappelijke inpassing, conform het beplantingsplan zoals opgenomen als bijlage 1 bij deze regels, is gerealiseerd.

 

3.3.3 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  1. Het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horecadoeleinden, indien de gezamenlijke horecavloeroppervlakte groter is dan 250 m2.

  2. Het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning.

  3. Het opslaan, storten of bergen van materialen en producten.

  4. Het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten.

  5. Detailhandel.

  6. Buitenopslag ten behoeve van nevenactiviteiten.

 

3.3.4 Bedrijfswoning 2

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bedrijfswoning 2' mag een inpandig gedeelte van de bebouwing tijdelijk worden gebruikt als woonruimte, totdat de eerste bewoners van de woning niet meer woonachtig zijn in de woning.

 

3.4 Wijzigingsbevoegdheid

 

3.4.1 Verwijderen aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bedrijfswoning 2'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bedrijfswoning 2' te verwijderen, nadat de eerste bewoners van de bedrijfswoning ter plaatse niet meer woonachtig zijn.