Artikel 21 Leiding
- Hoogspanningsverbinding
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Artikel 13
Artikel 14
Artikel 15
Artikel 16
Artikel 17
Artikel 18
Artikel 19
Artikel 20
Artikel 21
21.1
Bestemmingsomschrijving
De
voor ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ aangewezen gronden zijn, behalve voor
de andere daar voorkomende bestemming(en),
mede bestemd voor:
a.
een (ondergrondse) hoogspanningsverbinding van
maximaal 150 Kv;
21.2
Bouwregels
In het belang van de bescherming
van de ter plekke aanwezige leiding mogen, in afwijking van het bepaalde bij de
andere met de dubbelbestemming ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ samenvallende
bestemming, op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden
gebouwd ten behoeve van de dubbel-bestemming ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ tot
een hoogte van maximaal 3,0 meter.
21.3
Afwijken van de bouwregels
a.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van
het bepaalde in lid 21.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de
andere bestemmingen waarmee de dubbelbestemming ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’
samenvalt.
b.
Er kan slechts afgeweken worden van de
bouwregels indien vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende
leidingbeheerder waaruit blijkt dat de belangen van de leidingbeheerder niet
worden geschaad.
c.
In afwijking van het bepaalde in
artikel 30 kan worden afgeweken zonder dat toepassing wordt gegeven aan
afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
21.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van
werken of werkzaamheden
a.
Het
is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken
of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
uit te voeren:
1.
het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waartoe
ook wordt gerekend het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen, egaliseren,
diepploegen, woelen en mengen van gronden;
2.
het
aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of
parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
3.
het
uitvoeren van heiwerkzaamheden en anderszins indringen van voorwerpen in de
bodem;
4.
het
aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige
waterpartijen;
5.
andere
werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot
gevolg kunnen hebben, zoals drainage en (onder)bemaling;
6.
het
aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en
aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos en andere
houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd;
7.
het
aanbrengen van andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies,
installaties of apparatuur.
b.
Het onder a bedoelde verbod is niet van
toepassing op werken of werkzaamheden welke:
1.
het normale onderhoud, gebruik en beheer
betreffen;
2.
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het
van kracht worden van het bestemmingsplan.
c.
De onder
a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:
1.
door de uitvoering van de bedoelde werken en/of
werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen
het normaal functioneren van de leiding niet wordt of kan worden aangetast;
2.
de werken en/of werkzaamheden zijn toegelaten op
grond van de regels van deze bestemming, dan wel van de andere bestemmingen
waarmee de dubbelbestemming samenvalt;
3.
vooraf advies wordt ingewonnen bij de
betreffende leidingbeheerder.
21.5
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ‘Leiding - Hoogspanningverbing’ wijzigen door de bestemmingsaanduiding
geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse de leiding is komen
te vervallen, blijkens een schriftelijke verklaring van de leidingbeheerder.