De voor ‘Cultuur en Ontspanning’ aangewezen gronden zijn
bestemd voor:
a sauna’s;
b wellnesscentra;
c musea;
d
bowlingbanen;
e
kinderboerderijen;
alsmede voor:
f
horeca, in de
categorie 1a, ter plaatse van de aanduiding ‘horeca van categorie 1a’;
g
horeca in de
categorie 1a en 1b, ter plaatse van de aanduiding ‘horeca tot en met
horecacategorie 1b’;
h
de aan sub a tot
en met e ondergeschikte horeca;
i
naar de aard met a
t/m e gelijk te stellen voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt
j
ontsluitingswegen
en verhardingen;
k
groenvoorzieningen;
l
parkeerterreinen;
m
speelvoorzieningen
en kunstobjecten;
n
verkeersvoorzieningen;
o
water en
waterhuishoudkundige voorzieningen.
Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende
bepaling:
a
Het
bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van
de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’.
b
Bedrijfswoningen
zijn niet toegestaan.
4.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende
bepalingen:
a
Gebouwen mogen
uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
b
De goothoogte mag
niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale
goothoogte’.
c
De bouwhoogte mag
niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale
bouwhoogte’.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,
gelden de volgende bepalingen:
a
Bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
b
De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer
bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte vóór de voorgevel niet
meer mag bedragen dan 1 m.
c
De bouwhoogte van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 6 m.
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken
geldt de volgende bepaling:
a Ter plaatse van de aanduiding ‘horeca van categorie 1a’
respectievelijk ‘horeca tot en met horecacategorie 1b’ mag maximaal 50% van het
gezamenlijk vloeroppervlak van het hoofdgebouw gebruikt worden ten behoeve van
horeca.