10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a
Volkstuinen met
bijbehorende voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding ‘volkstuin’;
b
tuinen, erven en
verhardingen;
c
parkeervoorzieningen;
d
groenvoorzieningen;
e
water en
waterhuishoudkundige voorzieningen.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende
bepalingen:
a
Het
bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van
de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’.
b
Dienstwoningen
zijn niet toegestaan.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende
bepalingen:
a
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden
gebouwd.
b
De goothoogte mag
niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale
goothoogte’.
c
De bouwhoogte mag
niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale
bouwhoogte’.
d
In afwijking van
het bepaalde onder sub a tot en met sub c mogen ter plaatse van de aanduiding
‘volkstuin’ bergingen worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:
1 Niet meer dan
5% van het bestemmingsvlak mag bebouwd worden.
2 De oppervlakte
van iedere berging per perceel mag niet meer bedragen dan 5 m².
3 De goothoogte
mag niet meer bedragen dan 2 m.
4 De bouwhoogte
mag niet meer bedragen dan 3 m.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
gelden de volgende bepalingen:
a
Bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
b
De hoogte van erf-
en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat
de bouwhoogte vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
c
De bouwhoogte van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 6 m.