Artikel 1 Begrippen

 

 

1.1 het plan

het bestemmingsplan "Sportcentrum" van de gemeente Papendrecht.

 

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0590.BP001Sportcentrum-3002.

 

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

 

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

 

1.5 aan huis verbonden beroep

een dienstverlenend beroep, niet zijnde detailhandel, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

 

1.6 afvalinzamelvoorziening

geheel of gedeeltelijk onder peil gelegen bouwwerken/voorzieningen ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval, glas en dergelijke.

 

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

1.8 bebouwingspercentage

een verbeelde of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.

 

1.9 bed and breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Onder een bed and breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting noodzakelijk in verband met verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.

 

1.10 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

 

1.11 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

 

1.12 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

 

1.13 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

 

 

 

1.14 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

 

1.15 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

 

1.16 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

 

1.17 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

 

1.18 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, al dan niet met een dak.

 

1.19 dak

een gesloten bovenbeëindiging boven de goothoogte van een gebouw.

 

1.20 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

 

1.21 eerste verdieping

tweede bouwlaag van de woning of het woongebouw, een souterrain, kelder of zolderverdieping met (deels) schuin dak niet daaronder begrepen.

 

1.22 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

 

1.23 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

 

1.24 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of spijzen, voor gebruik ter plaatse en/of nachtverblijf.

 

1.25 luifel

een afdak met een diepte van meer dan 0,5 m, bevestigd aan de gevel van een gebouw zonder directe verbinding met de grond;

 

1.26 multifunctioneel centrum

gebouw ten behoeve van educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, welzijns- en gezondheidsvoorzieningen ten behoeve van (openbare) dienstverlening, zoals een jongerencentrum, concertzaal, buitenschoolse opvang en peuteropvang en horeca;

 

1.27 ondergeschikte horeca

horeca van vestigingen/voorzieningen die als hoofdactiviteit geen horeca zijn en waarvan de horecafunctie aantoonbaar ondergeschikt is aan de hoofdfunctie, zoals een kantine bij een sportaccommodatie en een multifunctioneel centrum.

 

 

 

 

 

1.28 peil

  1. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;

  2. voor de overige gebouwen: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

  3. voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat direct aan de weg grenst: de kruin van de weg;

  4. voor de overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein bij voltooiing van de bouw;

  5. de (maaiveld)hoogte van een voor een erf of erven als zodanig aangegeven punt;

  6. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;

 

1.29 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

 

1.30 sport

voorziening ten behoeve van sport, hieronder mede begrepen sport-, dans en spelaccommodaties, voorzieningen ter bevordering van de lichamelijke en geestelijke gezondheid;

 

1.31 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

 

1.32 zendmast

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarop antenne-installaties kunnen worden geplaatst.

 

1.33 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan kennelijk als zodanig aangemerkt diende te worden.

 

1.34 voorgevelrooilijn

denkbeeldige grens van het bouwvlak/de bouwvlakken die gericht is naar de weg en waarop bebouwing is georiënteerd, die loopt tot aan de perceelgrenzen.

 

1.35 wonen

het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van kamers of het

gehuisvest zijn in een huis/woning, evenwel met uitzondering van woonvormen met een

maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding, met dien verstande dat

kamerhuur in een pand beperkt is en blijft tot maximaal vier personen.