Regels

 

 

Hoofdstuk 1  Inleidende regels

 

Artikel 1 Begrippen

 

1.1 plan

het wijzigingsplan "Boendersweg 8, ‘s-Gravendeel" met identificatienummer NL.IMRO.0585.WPSGDBoendersweg8-VG01van de gemeente Binnenmaas;

 

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

 

1.3 bestemmingsplan Landelijk Gebied Binnenmaas

het bestemmingsplan ‘Landelijk Gebied Binnenmaas' met identificatienummer NL.IMRO.0585.BPLGBINNENMAAS-VG01 van de gemeente Binnenmaas , zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Binnenmaas bij besluit van 12 december 2013 en onherroepelijk geworden met ingang van 5 november 2014.

 

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

 

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft

 

1.5 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

 

1.6 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

 

1.7 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

 

Artikel 2 Wijze van meten

 

De van toepassing zijnde Wijze van meten van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Binnenmaas' is onverminderd op dit plan van toepassing.

 

 

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

 

 

Artikel 3 Bedrijf

 

De hierna opgenomen bestemmingsregels van de bestemming ‘Bedrijf’ van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Binnenmaas' zijn, met uitzondering van artikel 5.7 (wijzigingsbevoegdheid) onverminderd op dit plan van toepassing:

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.1.1 Algemeen

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maximaal één bedrijf per bestemmingsvlak;
  2. b. bedrijven ter plaatse van de aanduidingen:
    1. 1. 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch hulpbedrijf': een agrarisch hulpbedrijf;
    2. 2. 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch verwant bedrijf': een agrarisch verwant bedrijf;
    3. 3. 'specifieke vorm van bedrijf - scheepswerf': een scheepswerf;
    4. 4. 'specifieke vorm van bedrijf - watertoren': een watertoren;
    5. 5. 'specifieke vorm van bedrijf - overige bedrijvigheid': een bedrijf zoals bedoeld in bijlage 1 kolom type bedrijf behorend bij het ter plaatse aangegeven adres;
  3. c. bedrijven die zijn opgenomen in de milieucategorieën 1 tot en met 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten alsmede bedrijven die naar aard en mate van hinder vergelijkbaar zijn met deze bedrijven, uitsluitend indien in bijlage 1 het betreffende adres is aangegeven met een *;
  4. d. bedrijven die zijn opgenomen in de milieucategorieën 1 tot en met 4.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten alsmede bedrijven die naar aard en mate van hinder vergelijkbaar zijn met deze bedrijven, uitsluitend indien in bijlage 1 het betreffende adres is aangegeven met een **;
  5. e. bedrijven die zijn opgenomen in de milieucategorieën 1 tot en met 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten alsmede bedrijven die naar aard en mate van hinder vergelijkbaar zijn met deze bedrijven, uitsluitend indien in bijlage 1 het betreffende adres is aangegeven met een ***;
  6. f. een gemaal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gemaal';
  7. g. een nutsvoorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  8. h. een sportschool en wellnesscentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sportschool en wellnesscentrum';
  9. i. een watertoren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watertoren';
  10. j. de bescherming van karakteristieke bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - karakteristiek';
  11. k. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  12. l. een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  13. m. één bedrijfswoning met bijgebouwen per bestemmingsvlak, met dien verstande dat:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - twee bedrijfswoningen toegestaan' in totaal twee bedrijfswoningen zijn toegestaan;
    3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - drie bedrijfswoningen toegestaan' in totaal drie bedrijfswoningen zijn toegestaan;
    4. 4. mantelzorg in de bedrijfswoning is toegestaan;
    5. 5. aan huis verbonden beroepen in de bedrijfswoning en de bestaande bijgebouwen zijn toegestaan met een vloeroppervlakte van maximaal 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning en bijgebouwen tot maximaal 50 m2 per bedrijfswoning;
    6. 6. aan huis verbonden bedrijven in de bedrijfswoning en de bestaande bijgebouwen zijn toegestaan met een vloeroppervlakte van maximaal 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning en bijgebouwen tot maximaal 50 m2 per bedrijfswoning;
    7. 7. bed & breakfast in de bedrijfswoning is toegestaan;
  1. n. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

5.1.2 Opslag uitgesloten

Ter plaatse van de aanduiding 'opslag uitgesloten' is buitenopslag niet toegestaan.

5.1.3 Bevi bedrijven uitgesloten

In afwijking van het bepaalde in artikel 5.1.1 zijn geen nieuwe Bevi bedrijven toegestaan.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemeen

Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:

  1. a. bedrijfsgebouwen met een bouwhoogte van maximaal 10 m, een goothoogte van maximaal 6 m en een gezamenlijke oppervlakte van maximaal de oppervlakte zoals aangegeven in bijlage 2, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' in afwijking van bovenstaande bouw- en goothoogte de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte van toepassing is;
  2. b. bedrijfswoningen met bijgebouwen, met dien verstande dat:
    1. 1. herbouw van een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. de inhoud van een bedrijfswoning met bijgebouwen gezamenlijk maximaal 775 m3 bedraagt dan wel de bestaande grotere inhoud;
    3. 3. de inhoud van een bedrijfswoning met bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - linten' gezamenlijk maximaal 650 m3 bedraagt dan wel de bestaande grotere inhoud;
    4. 4. de goothoogte van bedrijfswoningen maximaal 6 m bedraagt dan wel de bestaande grotere goothoogte;
    5. 5. de bouwhoogte van bedrijfswoningen maximaal 9 m bedraagt dan wel de bestaande grotere bouwhoogte;
    6. 6. de goothoogte van bijgebouwen bij bedrijfswoningen maximaal 3 m bedraagt dan wel de bestaande grotere goothoogte;
    7. 7. de bouwhoogte van bijgebouwen bij bedrijfswoningen maximaal 6 m bedraagt dan wel de bestaande grotere bouwhoogte;
  3. c. lichtmasten met een bouwhoogte van maximaal 8 m;
  4. d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 2 m;

met dien verstande dat indien binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangeduid de gebouwen daarbinnen moeten worden gebouwd.

5.2.2 Uitzonderingen

In afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.1 is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - scheepswerf' uitsluitend de bestaande bebouwing toegestaan.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering van bijgebouwen in verband met de bescherming van karakteristieke bebouwing, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - karakteristiek'.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.4.1 Vergroten oppervlakte bedrijfsgebouwen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2 onder a voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen ten opzichte van de in bijlage 2 aangegeven oppervlakte, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de vergroting mag maximaal bedragen 10% van de in bijlage 2 aangegeven oppervlakte met een maximum van 200 m2;
  2. b. de vergroting mag niet tot gevolg hebben dat hiermee de totale inhoud met meer dan 10% toeneemt;
  3. c. aangetoond moet worden dat (gedeeltelijke) verplaatsing van het bedrijf naar een geschiktere locatie (stedelijk gebied of regionaal bedrijventerrein) niet mogelijk is;
  4. d. het bepaalde in artikel 5.2 onder a met betrekking tot de maximale bouwhoogte en goothoogte is van toepassing;
  5. e. er dient sprake te zijn van een goede streekeigen landschappelijke inpassing;
  6. f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  7. g. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

5.4.2 Herbouw bedrijfswoning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2 sub b onder 1 voor de herbouw van een bedrijfswoning op een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  1. a. de nieuwe locatie moet in stedenbouwkundig, ruimtelijk, milieuhygiënisch en/of verkeerstechnisch opzicht een verbetering ten opzichte van de oude locatie vormen;
  2. b. er moet zekerheid bestaan omtrent het afbreken van de bestaande bedrijfswoning;
  3. c. de herbouw dient qua verschijningsvorm aan te sluiten op de bouwvorm van de streekeigen bebouwing en op het landelijk karakter van het gebied;
  4. d. deze afwijkingsbevoegdheid kan niet worden toegepast ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - karakteristiek';
  5. e. er dient sprake te zijn van een goede streekeigen landschappelijke inpassing;
  6. f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  7. g. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

5.4.3 Vergroten inhoud bedrijfswoning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2 onder b sub 3 voor het vergroten van de gezamenlijke inhoud van een bedrijfswoning en bijgebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - linten' en met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de inhoud mag na vergroting niet meer bedragen dan 775 m3;
  2. b. er dient sprake te zijn van een goede streekeigen landschappelijke inpassing;
  3. c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  4. d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

5.5 afwijken van de gebruiksregels

5.5.1 Mantelzorg

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 voor het toestaan van mantelzorg in bestaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning dan wel het toestaan van extra aan- of uitbouwen of vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de noodzaak van de mantelzorg dient te worden aangetoond;
  2. b. de oppervlakte aan extra gebouwen bedraagt maximaal 75 m2 en de bouwhoogte maximaal 3,5 m;
  3. c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  4. d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

5.5.2 Bed & breakfast in bijgebouwen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 voor het toestaan van bed & breakfast in bestaande karakteristieke, historisch waardevolle bijgebouwen of vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de betreffende gebouwen vertonen een duidelijke ruimtelijke samenhang met het hoofdgebouw;
  2. b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  3. c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

5.5.3 Nieuwe Bevi bedrijven

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 voor het toestaan van een nieuw Bevi bedrijf, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de plaatsgebonden risicocontour (10-6) mag de bouwperceelgrenzen van het betrokken bedrijf niet overschrijden;
  2. b. er wordt een aanvaardbaar woon- en leefklimaat van omliggende gebruikers van gronden gegararandeerd.

5.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

5.6.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning te slopen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - karakteristiek'.

5.6.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.6.1 is vereist voor:

  1. a. het slopen ingevolge een aanschrijving van het bevoegd gezag;
  2. b. sloopwerkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning.

 

 

Artikel 4 Waarde - Archeologische verwachting middelhoog 1

 

De hierna opgenomen  bestemmingsregels van de bestemming  ‘Waarde - Archeologische verwachting middelhoog 1’ van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Binnenmaas' zijn onverminderd op dit plan van toepassing:

 

‘37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologische verwachting middelhoog 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

37.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag alleen worden gebouwd ten behoeve van aanvullend of definitief archeologisch onderzoek.

37.3 Afwijken van de bouwregels

37.3.1 Afwijking

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 37.2 ten behoeve van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;

37.3.2 Uitzonderingen

Afwijking als bedoeld in artikel 37.3.1 is niet vereist, indien:

  1. a. op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische relicten aanwezig zijn;
  2. b. het bouwplan betrekking heeft op wijziging of vervanging van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut;
  3. c. het nieuw te bebouwen oppervlak kleiner is dan 500 m2.

37.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

37.4.1 Omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 36.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  1. a. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden;
  2. b. het bodemverlagen of afgraven van gronden;
  3. c. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,5 m vanaf maaiveld;
  4. d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  5. e. het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  6. f. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport- energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies.

37.4.2 Toetsingscriterium

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.4.1 wordt slechts verleend, indien door de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.

37.4.3 Uitzonderingen

Het in artikel 37.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:

  1. a. het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen en werkzaamheden binnen bestaande tracés van kabels en leidingen;
  2. b. er sprake is van bodemingrepen kleiner dan 500 m2 en niet dieper dan 0,5 m vanaf het maaiveld;
  3. c. op basis van bureauonderzoek, inventariserend of aanvullend archeologisch vooronderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische relicten aanwezig zijn;
  4. d. de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
    1. 1. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    2. 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning of een ontgrondingvergunning;
  5. e. de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden op aanvullend of definitief archeologisch onderzoek zijn gericht.

37.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologische verwachting middelhoog 1', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk is.

 

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

 

Artikel 5 Algemene aanduidingsregels

 

De van toepassing zijnde Algemene regels van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Binnenmaas' zijn onverminderd op dit plan van toepassing.

 

 

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

 

Artikel 6 Overgangs- en slotregels

 

De van toepassing zijnde Overgangs- en slotregels van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Binnenmaas' zijn onverminderd op dit plan van toepassing.

 

 

Artikel 7 Slotregel

 

Dit plan kan worden aangehaald als ‘Wijzigingsplan Boendersweg 8 te ‘s-Gravendeel’.