‘Bestemmingsplan
Blauwesteenweg 14, Mijnsheerenland
gemeente Binnenmaas
Regels
Artikel
4 Waarde – archeologische waarden
laag
Artikel
7 Algemene regels met betrekking tot
ondergronds bouwen
Artikel
8 Algemene gebruiksregels
Artikel
9 Algemene afwijkingsregels
Artikel
10 Algemene wijzigingsregels
Artikel
11 Algemene procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- en
slotregels
Bijlage: Staat van
bedrijfsactiviteiten
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan ´Blauwesteenweg
14 te Mijnsheerenland´ met identificatienummer NL.IMRO.0585. BPMHLBLSTW14-VG01van de gemeente
Binnenmaas;
1.2 bestemmingsplan
de geometrische bepaalde
planobjecten met bijbehorende regels en bijlagen;
1.3 verbeelding
de analoge en digitale voorstelling
van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
1.4 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke
ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding
staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in
architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of
figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het
bebouwen van deze gronden;
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien
het een vlak betreft;
1.7 aanduidingsvlak
een vlak met eenzelfde aanduiding,
begrensd door een aanduidingsgrens;
1.8 aan huis
verbonden bedrijf
een kleinschalig bedrijf dat wordt
uitgeoefend door de gebruiker van een woning, waarbij de woning in overwegende
mate haar woonfunctie behoudt, dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling
heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is en dat geen onevenredige
hinder oplevert voor het woon- en leefmilieu, niet zijnde horeca of
detailhandel, met uitzondering van beperkte verkoop ten behoeve van het aan
huis verbonden bedrijf;
1.9 aan huis
verbonden beroep
een dienstverlenend beroep op
maatschappelijk, juridisch, administratief, medisch, therapeutisch,
kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat wordt
uitgeoefend door de gebruiker van een woning, waarbij de woning in overwegende
mate haar woonfunctie behoudt, en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling
heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, niet zijnde horeca of
detailhandel, met uitzondering van beperkte verkoop ten behoeve van het aan
huis verbonden beroep;
1.10 achtererf
gedeelte van het erf dat aan de
achterzijde van het gebouw is gelegen;
1.11 afwijken van
de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in
artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
1.12 agrarisch
bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het
voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het
houden van dieren, glastuinbouwbedrijven daarvan uitgezonderd;
1.13 agrarisch
hulpbedrijf
een bedrijf in hoofdzaak gericht op
werkzaamheden ten dienste van agrarische bedrijven of agrarische bodemexploitatie
door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren, of de toepassing
van andere landbouwkundige methoden uitgezonderd mestbewerking. Hieronder
worden in ieder geval verstaan:
grootveedierenklinieken; KI-stations; mestopslag- en mesthandels-bedrijven (excl.
mestverwerking); agrarisch-loonwerkbedrijven; verhuur- en/of reparatiebedrijven
van landbouwwerktuigen; vee-overslag-, veetransport- en/of veehandelsbedrijven;
opslag-, overslag-, voorbewerkings- en/of groothandelsbedrijven in akker- en
tuinbouwgewassen;
1.14 agrarisch
verwant bedrijf
een bedrijf of instelling in
hoofdzaak gericht op werkzaamheden ten dienste van particulieren of
niet-agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden
van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden uitgezonderd
mestbewerking. Hieronder worden in ieder geval verstaan:
dierenklinieken, dierenasiels, hondenkennels, paardenstalhouderijen, paardenafricht-/-trainingsbedrijven,
hoveniersbedrijven, groencomposteringsbedrijven, proefbedrijven, instellingen
voor agrarisch praktijkonderwijs;
1.15 archeologisch
onderzoek
diverse vormen van onderzoek naar
de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende
versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie;
1.16 archeologische
verwachting
de aan een gebied toegekende
verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische
relicten;
1.17 archeologische
waarde
de aan een gebied toegekende waarde
in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
1.18 bebouwing
één of meer gebouwen en/of
bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.19 bed & breakfast
een kleinschalige
overnachtingaccommodatie bestaande uit maximaal 2 kamers voor in totaal
maximaal 5 gasten, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een
toeristisch en kortdurend verblijf in de bestaande en legale woning in
combinatie met het serveren van ontbijt;
1.20 bedrijf
een onderneming die is gericht op
het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren
en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
1.21 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de
uitoefening van een bedrijf;
1.22 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of
op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een
persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het
terrein noodzakelijk is;
1.23 bestaand
mits het bouwwerk in
overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime;
1.24
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.25 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met
eenzelfde bestemming;
1.26 Bevi bedrijven
bedrijven als bedoeld in artikel 2
lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.27 bijgebouw
een niet voor bewoning bestemd
vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat bouwkundig ondergeschikt en functioneel
dienstbaar is aan een binnen hetzelfde bestemmingsvlak staande woning;
1.28 bouwen
het plaatsen, het geheel of
gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk,
alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een
standplaats;
1.29 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.30 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond,
waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is
toegelaten;
1.31 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.32 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een
gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of
balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met
uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.33 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak,
waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en
bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.34 bouwwerk
elke constructie van enige omvang
van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect
met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de
grond;
1.35 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop
aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of ter plaatse
leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik,
verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of
bedrijfsactiviteit;
1.36 eerste
bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
1.37 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een
gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk
opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover
dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
1.38 erotisch
getinte vermaaksfunctie
een vermaaksfunctie, welke is
gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van
porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een
seksautomatenhal;
1.39 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen
toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte
vormt;
1.40 gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken,
laten gebruiken en in gebruik geven;
1.41 grondgebonden
agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf dat voor de
bedrijfsvoering geheel of hoofdzakelijk gebruik maakt van de grond als
agrarisch productiemiddel in de vorm van akkerbouw, veeteelt, tuinbouw, bosbouw
en/of melkveehouderij;
1.42 grondwaterpeil
bovenste niveau van het water dat
zich in de bodem bevindt;
1.43 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel
door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het
belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.44 horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken
en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies
wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en
naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en
ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van
een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.45
landschapswaarden
de aan een gebied toegekende
waarden in visueelruimtelijk en/of cultuurhistorisch
en/of ecologisch opzicht;
1.46 maatvoeringsgrens
de grens van een maatvoeringsvlak;
1.47 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak
waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde
bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;
1.48 manege
een bedrijf dat op eigen terrein
binnen en/of buiten een gebouw gelegenheid geeft tot het beoefenen van de
paardensport;
1.49 mantelzorg
het bieden van zorg in een woning
aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale
vlak waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een
ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in
overeenstemming is;
1.50 nadere eis
een nadere eis als bedoeld in
artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
1.51 natuurwaarden
de aan een gebied eigen zijnde
ecologische waarden;
1.52
nevenactiviteit
een activiteit ondergeschikt aan de
hoofdactiviteit in zowel omvang (m2), omzet (€) als de effecten op
het woon- en leefklimaat;
1.53 normaal
onderhoud, gebruik en beheer
een gebruik gericht op het in
zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze
objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
1.54
omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in
artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.55
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of
van werkzaamheden
een vergunning als bedoeld in
artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.56
omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
een vergunning als bedoeld in
artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
1.57 paardenhouderij
een bedrijf dat is gericht op het
houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden;
1.58 permanente
bewoning
het gebruik van een recreatiewoning
of kampeermiddel door eenzelfde persoon of groep van personen als feitelijk
hoofdverblijf, in die zin dat deze persoon of groep van personen binnen een
aaneengesloten periode van een jaar meer dan 240 overnachtingen in de
recreatiewoning maakt;
1.59
prostitutiebedrijf
een gebouw, voer- of vaartuig, dan
wel enig gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk bestemd, dan wel in gebruik
voor het daar uitoefenen van prostitutie; prostitutie is het tegen betaling
hebben van seksuele omgang met anderen op een naar buiten toe kenbare wijze;
1.60
recreatiewoning
een gebouw, niet zijnde een
stacaravan, dat dient voor periodiek recreatief nachtverblijf door personen die
hun hoofdverblijf elders hebben;
1.61 relatie
Daar waar op de verbeelding twee of
meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding
'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel
bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk
één bouwvlak.
1.62 seks- en/of
pornobedrijf
een inrichting bestemd voor het
doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of
pornografische aard, waaronder mede wordt begrepen:
1.63 staat van
bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels
behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.64 (straat)peil
1.65 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van
een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm
kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht
ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.66 uitvoeren
uitvoeren, het doen uitvoeren,
laten uitvoeren en in uitvoering geven;
1.67
verblijfsrecreatie
recreatief verblijf op een daartoe
bestemd terrein dan wel in een daartoe bedoeld gebouw of kampeermiddel;
1.68 voorerf
gedeelte van een erf dat aan de
voorkant (voor de voorgevel) van het gebouw is gelegen;
1.69 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel(s)
van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg
gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp
van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt, dan wel de
gevel naar die weg die volgens het straatnamenregister bepalend is voor de
adressering;
1.70 wijziging
een wijziging als bedoeld in
artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.71 woning
een (gedeelte) van een gebouw dat
dient voor de huisvesting van één huishouden;
2.1 algemeen
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt
gemeten:
de afstand tot een grens
tussen de grens een bepaald punt van het bouwwerk,
waar die afstand het kortst is;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw
of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte
bouwonderdelen, zoals
schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk
te stellen bouwonderdelen;
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale
vlak;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q.
de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de
windturbine;
de horizontale diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de
gevel waaraan wordt gebouwd;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de
buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de
buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse
gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op
het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het
bouwwerk;
de oppervlakte van een overkapping
tussen de buitenzijde van de afdekking van de
overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het
afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
verticale diepte van een ondergronds bouwwerk
van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte
vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
2.2 inhoud van (bedrijfs)woningen
Bij de bepaling van de inhoud van (bedrijfs)woningen
worden ondergrondse bouwwerken niet meegerekend.
2.3 ondergeschikte bouwonderdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het
bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen,
gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en
kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing
gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m
bedraagt.
2.4 dakkapellen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen
wordt de goothoogte van een dakkapel buiten beschouwing gelaten mits de
dakkapel voldoet aan de volgende eisen:
2.5 meten
Bij toepassing van deze regels
wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn en op de schaal waarin het
plan is vastgesteld.
3.1
Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen
De voor 'Bedrijf'
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
'specifieke
vorm van bedrijf – agrarisch hulp bedrijf’: een agrarisch hulp bedrijf, alsmede
een verhuurbedrijf voor machines, werktuigen en transportmiddelen;
met bijbehorende
bouwwerken en voorzieningen.
3.1.2 Bevi
bedrijven uitgesloten
In afwijking van het bepaalde in
artikel 3.1.1 zijn geen Bevi bedrijven toegestaan.
3.2 Bouwregels
Uitsluitend de volgende bouwwerken
zijn toegestaan:
b. bedrijfswoningen met bijgebouwen, met dien verstande
dat:
1.
de inhoud van een
bedrijfswoning met bijgebouwen gezamenlijk maximaal 775 m3 bedraagt dan wel de bestaande
grotere inhoud;
2.
de goothoogte van
bedrijfswoningen maximaal 6 m bedraagt dan wel de bestaande grotere goothoogte;
3.
de bouwhoogte van bedrijfswoningen
maximaal 9 m bedraagt dan wel de bestaande grotere bouwhoogte;
4.
de goothoogte van
bijgebouwen bij bedrijfswoningen maximaal 3 m bedraagt dan wel de bestaande
grotere goothoogte;
5.
de bouwhoogte van
bijgebouwen bij bedrijfswoningen maximaal 6 m bedraagt dan wel de bestaande
grotere bouwhoogte;
met dien verstande dat indien
binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangeduid de gebouwen daarbinnen
moeten worden gebouwd.
3.3 Afwijken van de
bouwregels
3.3.1 Vergroten
oppervlakte bedrijfsgebouwen
Bij omgevingsvergunning kan worden
afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2 onder a voor het vergroten van de
gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen ten opzichte van de aangegeven oppervlakte, met inachtneming van
de volgende voorwaarden:
3.3.2 Herbouw
bedrijfswoning
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in
artikel 3.2 sub b onder 1 voor de herbouw van een bedrijfswoning op
een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van tenminste de volgende
voorwaarden:
3.4 Gebruiksregels
3.4.1
specifieke gebruiksregels
bedragen op de nabij gelegen woonbestemmingen.
respectievelijke dag-, avond en nachtperiode op de
nabij gelegen woonbestemmingen.
worden uitgevoerd.
3.4.2 Afwijken van
de gebruiksregels voor mantelzorg
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in
artikel 3.1 voor het toestaan van mantelzorg in bestaande bijgebouwen
bij een bedrijfswoning dan wel het toestaan van extra aan- of uitbouwen of
vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, met inachtneming van de
volgende voorwaarden:
3.4.3 Afwijken van
de gebruiksregels voor Bed & breakfast in
bijgebouwen
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in
artikel 3.1 voor het toestaan van bed & breakfast
in bestaande karakteristieke, historisch waardevolle bijgebouwen of vrijgekomen
agrarische bedrijfsgebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
3.4.4 Afwijken van
de gebruiksregels voor nieuwe Bevi bedrijven
Bij omgevingsvergunning kan worden
afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1.2 voor het toestaan van een
nieuw Bevi bedrijf, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders
kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de vestiging van een ander bedrijf dan
overeenkomstig artikel 3.1 is toegestaan, met inachtneming van de volgende
voorwaarden:
Artikel 4 Waarde - Archeologische verwachting laag
4.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologische
verwachting laag' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende
bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van
archeologische waarden.
4.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij
de andere bestemmingen mag alleen worden gebouwd ten behoeve van aanvullend of
definitief archeologisch onderzoek.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijking
Bij omgevingsvergunning kan worden
afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2 ten behoeve van gebouwen en
bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden
geldende bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de
bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
4.3.2 Uitzonderingen
Afwijking als bedoeld in artikel
4.3.1 is niet vereist, indien:
4.4 Omgevingsvergunning voor het
uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Omgevingsvergunningplichtige
werken
Het is verboden zonder of in
afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 4.1 bedoelde
gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te
voeren:
4.4.2 Toetsingscriterium
Een omgevingsvergunning als bedoeld
in artikel 4.4.1 wordt slechts verleend, indien door de werken, geen
bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of
indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden niet onevenredig
(kunnen) worden geschaad.
4.4.3 Uitzonderingen
Het in artikel 4.4.1 vervatte
verbod is niet van toepassing, indien:
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen
het plan wijzigen voor het verwijderen van de bestemming 'Waarde -
Archeologische verwachting laag', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat
dit mogelijk is.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het
toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven,
blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
6.1 Bestaande
afmetingen
In die gevallen dat de bestaande
goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in
overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in
hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte,
bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal
toegestaan.
6.2 Bestaande
afstanden
In die gevallen dat de bestaande
afstand van een bouwwerk tot enige op de verbeelding of in de regels aangegeven
lijn dan wel tot een ander bouwwerk, die in overeenstemming met het bepaalde in
de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen
minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is
voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
6.3 Bestaande
percentages
In die gevallen dat een bestaand
bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet
of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt
dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt
dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Artikel
7 Algemene regels met betrekking tot ondergronds bouwen
Ondergrondse ruimten
zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van bovengrondse bebouwing, tenzij in
de bouwregels van de betreffende bestemming anders is bepaald. Op het bouwen
van ondergrondse bouwwerken zijn de aanduidingen op de verbeelding en de
bouwregels van het plan op overeenkomstige wijze van toepassing, met dien
verstande dat:
Artikel
8 Algemene gebruiksregels
8.1 Strijdig
gebruik
Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen
wordt in ieder geval verstaan:
Artikel
9 Algemene afwijkingsregels
9.1 Algemeen
Bij omgevingsvergunning kan worden
afgeweken van:
9.2 Uitzondering
Een omgevingsvergunning als bedoeld
in artikel 9.1 onder a kan niet worden verleend ten behoeve van:
9.3 Voorwaarden
Afwijking als bedoeld in artikel
9.1 is slechts toegestaan, mits:
90.4 Windturbines
Bij omgevingsvergunning kan worden
afgeweken van de regels voor de bouw van een windturbine, met in achtneming van
de volgende voorwaarden:
Artikel 10 Algemene wijzigingsregels
10.1 Archeologie
Burgemeester en
wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toevoegen van de bestemming
'Waarde - Archeologie AMK', 'Waarde - Archeologische verwachting hoog 1',
'Waarde - Archeologische verwachting hoog 2', 'Waarde - Archeologische
verwachting laag', 'Waarde - Archeologische verwachting middelhoog 1', of
'Waarde - Archeologische verwachting middelhoog 2', indien uit archeologisch
onderzoek blijkt dat dit wenselijk is;
10.2 Zendmast
Burgemeester en
wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het veranderen van een
bestemming in een bestemming Bedrijf - zend-/ontvangstinstallatie' in verband
met de plaatsing van een zendmast voor mobiele telecommunicatie, met in
achtneming van de volgende voorwaarden:
Artikel 11 Algemene procedureregels
11.1 Procedureregels afwijken bij
omgevingsvergunning
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van een
nadere eis is de volgende procedure van toepassing:
HOOFDSTUK
4 Overgangs- en slotregels
12.1
Overgangsrecht bouwwerken
12.2 Overgangsrecht gebruik
1.
Het
gebruik van grond en bouwwerken, dat bestond op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden
voortgezet.
2.
Het is verboden
het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerst lid, te
veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik,
tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3.
Indien het
gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor
een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik
daarna te hervatten of te laten hervatten.
4.
Het eerste
lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het
voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen
van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als Regels van
het ‘Bestemmingsplan Blauwesteenweg 14 te Mijnsheerenland´.