Doeleindenomschrijving
1. De gronden op de kaart aangewezen
voor Leidingen zijn mede bestemd voor:
a.
binnen een afstand van
b.
binnen een afstand van
c.
binnen een afstand van
d.
binnen een afstand van
e.
binnen een afstand van
f.
binnen een afstand van
2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 1
bedoelde bestemming uitsluitend gebouwen worden gebouwd met een maximale
bouwhoogte van 2,5 m, alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3. Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende
bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming
geldende (bouw)voorschriften, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan
betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande
bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet
wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te
verlenen van het bepaalde in lid 3 met inachtneming van de voor de betrokken
bestemming geldende (bouw)voorschriften. Vrijstelling wordt verleend indien de
belangen van de leiding(en) niet onevenredig wordt geschaad.
5. Het is verboden op of in de gronden zoals bedoeld in lid
1 zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en
wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden uit te voeren:
a. het
aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
b. het
veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen,
egaliseren, afgraven of ophogen;
c. het
aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
d. het
uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van
voorwerpen;
e. diepploegen;
f. het
aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de doeleindenomschrijving
aangegeven, en daarmee verband houdende constructies;
g. het
aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande
watergangen.
6. Het verbod als bedoeld in lid 5 is niet van toepassing op
werken of werkzaamheden die:
a. normaal
onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
b. reeds
in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
c. reeds
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
7. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5 zijn
slechts toelaatbaar indien de belangen van de leiding(en) niet onevenredig
wordt geschaad.
8. Alvorens omtrent het verlenen van een vrijstelling of
aanlegvergunning te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk
advies in bij de beheerder(s) van de leiding.