Artikel 13      Agrarische doeleinden (A)

          Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Agrarische doeleinden (A) zijn bestemd voor:

a.       agrarische bedrijven zoals bedoeld in artikel 1 lid 6 a, b en d, met dien verstande dat: uitslui­tend ter plaatse van de aanduiding (k) een glastuinbouwbedrijf zoals bedoeld in arti­kel 1 lid 6c is toegestaan, waarbij geldt dat ten hoogste 20% van het bij het bedrijf beho­rende grondoppervlak mag worden gebruikt voor het telen van ruwvoedergewassen (an­ders dan gras);

b.      kleinschalig kamperen; met dien verstande dat ten aanzien van het kleinschalig kamperen geldt dat:

-     het aantal kampeermiddelen niet meer dan 10 mag bedragen;

-     het plaatsen van stacaravans niet is toegestaan;

-     kampeermiddelen uitsluitend mogen worden geplaatst in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;

c.       zorgboerderij; met dien verstande dat:

-    de activiteit moet plaatsvinden binnen het agrarisch bouwperceel;

-    de agrarische functie de hoofdfunctie van het bedrijf blijft;

-    er geen belemmeringen ontstaan voor de agrarische bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven;

d.      ter plaatse van de aanduiding (gd) tevens voor aan het agrarisch bedrijf ondergeschikte ac­tivitei­ten, zijnde:

-     agrarische nevenfuncties in de vorm van een manege, inclusief paardenpension;

-     niet-agrarische nevenfuncties in de vorm van dagrecreatieve activiteiten zoals educatie, kinderfeestjes, rondleidingen en dergelijke;

e.       ter plaatse van de aanduiding (ev) tevens voor een ecologische verbindingszone;

f.       bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals wegen, voet- en fietspaden, parkeer­voorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water ten behoeve van water­aanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.

 

          Bouwvoorschriften

2. Op de gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.       gebouwen;

b.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

3. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende bepalingen:

a.       gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd in het bouwvlak;

b.      per bedrijf is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan met een inhoud van ten hoogste 1.000 m³;

c.       de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak mag ten hoogste 10 m bedragen;

d.      paardenbakken zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding (p);

e.       op de gronden zonder aanduiding mogen uitsluitend worden gebouwd:

-     erfafscheidingen met een bouwhoogte van ten hoogste 1 m;

-     overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;

-     kleine agrarische bedrijfsgebouwen met een gezamenlijk grondoppervlakte van ten hoogste 100 m² per bedrijf en een goot- en bouwhoogte van respectievelijk ten hoogste 3 en 5 m.