Boterhuispolder
Gemeente Leiderdorp
Datum:
Inhoudsopgave
Regels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze van meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch met waarden - Natuur en landschap
Artikel 4 Horeca
Artikel 5 Recreatie
Artikel 6 Tuin
Artikel 7 Verkeer
Artikel 8 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 9 Water
Artikel 10 Water - Vaarweg
Artikel 11 Wonen
Artikel 12 Leiding – Gas
Artikel 13 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 13 Waarde - Archeologie - 2
Artikel 14 Waarde - Archeologie - 3
Artikel 15 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 16 Antidubbeltelregel
Artikel 17 Algemene bouwregels
Artikel 18 Algemene gebruiksregels
Artikel 19 Algemene ontheffingsregels
Artikel 20 Algemene procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 21 Overgangsrecht
Artikel 22 Slotregel
Bijlagen
1. Staat van bedrijfsactiviteiten
2. Staat van horeca-activiteiten
1.1 plan:
het bestemmingsplan "Boterhuispolder" van de gemeente Leiderdorp;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0547.BPboterhuispolder-VG01 (en eventuele bijlagen);
1.3 aanbouw
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat als een uitbreiding van dat hoofdgebouw te beschouwen is, zoals een bijkeuken, serre, berging, magazijn. Onder aanbouw wordt mede verstaan een uitbouw.
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betref;
1.6 aan huis verbonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.7 archeologisch deskundige
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van archeologie;
1.8 archeologische waarde
de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de indag gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
1.9 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een verbeelde of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
een object als bedoeld in artikel 1, 1e lid onderdeel a van het Besluit
externe veiligheid inrichtingen;
bebouwing aanwezig ten tijde van de terinzageligging van het ontwerp-bestemmingsplan;
gebruik dat bestaat ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een gebouw dat zowel in bouwkundig, als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
in een gebouw of op een
terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of een terrein als
stralingsgevoelig object wordt aangemerkt, zoals scholen, kinderd
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf voor het houden van vee en pluimvee - zelfstandig of als neventak-, waarbij dit houden van vee en pluimvee geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in gebouwen. Het biologisch houden van dieren conform een regeling krachtens artikel 2 van de Landbouwkwaliteitswet en het houden van melkrundvee, schapen of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij
een object als bedoeld in artikel 1, 1e lid onderdeel m, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
activiteiten die in ruimtelijke en bedrijfseconomische zin een ondergeschikt bestanddeel vormen van de totale bedrijfsactiviteiten op een bouwperceel;
ź voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
ź in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van afgewerkte maaiveld ter plaatse van het te bouwen bouwwerk;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die onderdeel uitmaakt van deze planregels;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig), waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam-)prostitutiebedrijf (waaronder begrepen een seksclub), een privéhuis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop als dan niet in combinatie met elkaar.
een beroep uitgeoefend op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied;
een gebouw, dan wel een gedeelte van een gebouw geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.2 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Artikel
3 Agrarisch met waarden - Natuur en landschap
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. agrarische grondgebonden veehouderijbedrijven, mede gericht op natuurbeheer;
b. natuur en landschap;
c. bedrijfswoningen, mits deze bij agrarische bedrijven behoren;
d. water;
e. recreatieve voorzieningen in de vorm van wandel- en fietspaden, picknickplaatsen;
f. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, water, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen,
een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 3.4.
Als nevenactiviteiten en –bestemmingen zijn toegestaan:
a. ambachtelijke verwerking van agrarische producten, zoals zuivelbereiding met verkoop eigen producten;
b. atelier;
c. kleinschalig bedrijf tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten met een maximum van 8 werkplekken;
d. dienstverlening en kantoor aan huis;
e. hovenier;
f. beperkte opslag in bestaande opstallen met ten hoogste categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten.
g. logiesfunctie van beperkte omvang met niet meer dan vier verblijfseenheden en een maximum bezetting van 12 personen;
h. horeca
tot en met categorie 1 tot een oppervlakte van maximaal
i. kampeerboerderij met maximaal 10 staanplaatsen;
j. sociale functie;
k. tentoonstellingsruimte;
l. een paardenbak.
Met dien verstande dat de genoemde functies, met uitzondering van die genoemd onder sub i en l, uitsluitend binnen de bestaande bebouwing zijn toegestaan.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
3.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2.2 Gebouwen
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
a. bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
b. uitbreiding van de inhoud van gebouwen ten behoeve van niet-agrarische bedrijven en agrarische nevenbedrijven is slechts toegestaan tot ten hoogste 10% van de bestaande inhoud;
c. de
goothoogte bedraagt ten hoogste
d. er
mag per agrarisch bedrijf één bedrijfswoning worden gebouwd met een maximum
inhoud van
e. als
uitzondering op het bepaalde in lid 3.2.2. onder a mogen er buiten het bouwvlak
maximaal twee observatiehutten worden gebouwd tot elk een oppervlakte van
maximaal
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. - de bouwhoogte bedraagt ten hoogste voor:
- |
erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied |
|
- |
veekeringen en weiderasters |
|
- |
overige erfafscheidingen |
|
- |
lichtmasten |
|
- |
vlaggenmasten |
|
- |
antennemasten |
|
- |
mestsilo's, (ruw)voeder- c.q. torensilo's |
|
- |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
|
b. mestsilo's, (ruw)voeder- c.q. torensilo's zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
c.
ter plaatse van de aanduiding 'paardenbak' is
een paardenbak toegestaan met een afmeting van maximaal
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering, afmeting, dakvorm en bouwhoogte van de bebouwing, indien dit noodzakelijk is vanuit:
a. het beschermen, dan wel het aansluiten op belangen van natuur- en landschap;
b. het voorkomen van aantasting van cultuurhistorische waarden ter plaatse van de gronden met de aanduiding (cw);
c. verkeerskundige afwegingen op het gebied van verkeersafwikkeling en parkeren;
d. het provinciale beleid zoals verwoord in de nota Zorg in het Buitengebied;
e. het oogpunt van de volksgezondheid, in verband met de aanwezige hoogspanningsleiding;
f. het oogpunt van externe veiligheid, in verband met de aanwezige hogedrukaardgasleiding.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding is een handelsbedrijf in bloemen en planten toegestaan;
b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘sierteelt’ is een sierteelt en/of bomenteelt bedrijf toegestaan;
c. de gronden met de aanduiding zijn in ieder geval bedoeld voor de aanleg van bos;
d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding is een bedrijf dat handelt in vee en kadavers verzamelt toegestaan;
e. een intensieve veehouderij is niet toegestaan;
f. ter plaatse van de aanduiding (-v) zijn wegen , paden, picknickplaatsen en parkeervoorzieningen niet toegestaan;
g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding Is een paardenbak toegestaan;
h. ter plaatse van de aangeduide milieuzone wegverkeer zijn geen gevoelige functies toegestaan;
i. per bouwperceel is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
j. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding is een jachthaven toegestaan;
k. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding is stalling van boten toegestaan.
3.5 Aanlegvergunning
3.5.1 Vergunning
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
a. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem.
b. aanleggen, dempen, verdiepen of verleggen van waterlopen;
c. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
d. het verwijderen, kappen of rooien of beschadigen van bomen of andere opgaande beplanting.
3.5.2 Uitzondering
Het verbod in lid 3.5.1 is niet van toepassing op normale onderhoudswerkzaamheden.
3.5.3 Advies
Alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning voor werkzaamheden als bedoeld in lid 3.5.1. onder b te beslissen, winnen Burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij het Hoogheemraadschap.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bij beëindiging van de agrarische bedrijfsactiviteit het plan zodanig wijzigen dat de volgende functies kunnen worden toegestaan:
a. wonen;
b. kinderd
c. zorgboerderij tot een capaciteit van maximaal 10 zorgbehoevenden;
3.6.2 Voorwaarden
De wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3.6.1 wordt alleen toegepast indien:
a. er sprake is van een zorgvuldige inpassing in het landschap;
b. de in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast;
c. het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast;
d. als gevolg van de ontheffing de verkeersafwikkeling niet onevenredig wordt belast;
e. in geval van publieksaantrekking wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, conform het gemeentelijk parkeerbeleid;
f. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van de omringende bedrijven niet onevenredig worden beperkt;
g. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
h. aangetoond is dat de bodem geschikt is voor de beoogde functie;
i. aangetoond is dat de maximale geluidsbelasting(en) op de gevel voor de betreffende functie niet overschreden wordt;
j.
het niet tot gevolg heeft dat gevoelige functies
gerealiseerd worden binnen
k. wanneer de functie gedacht is binnen de op de plankaart aangegeven milieuzone wegverkeer gedacht is, aangetoond is dat het plan op het gebied van externe veiligheid aan de wettelijke normen voldoet.
3.6.3 Advies
Alvorens omtrent het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid te beslissen, winnen Burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de Agrarische adviescommissie.
Tevens dient bij van toepassing zijn van artikel 3.6.2 sub h, i, j en k advies ingewonnen te worden bij de Milieudienst West-Holland.
Artikel 4 Horeca
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. daghoreca categorie 1a, conform bijlage 2 bij deze regels.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
4.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.2 Gebouwen
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
a. bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
b. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste voor:
- |
vlaggenmasten |
|
- |
antennemasten |
|
- |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
|
Artikel 5 Recreatie
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een recreatiegebied in de vorm van speel- en ligweiden, een picknickplaats en een trailerhelling.
b. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, parkeervoorzieningen, water, nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
5.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste
Artikel
6 Tuin
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. tuin.
b. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, water.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
6.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste voor:
- |
erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn |
|
- |
overige erfafscheidingen |
|
- |
lichtmasten |
|
- |
vlaggenmasten |
|
- |
antennemasten |
|
- |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
|
Artikel 7 Verkeer
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. rijwegen.
b. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals openbaar vervoersvoorzieningen, parkeerplaatsen, groen, water, oevervoorzieningen en -verbindingen,
een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 7.3.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
7.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2.2 Gebouwen
Voor gebouwen gelden de volgende regels;
a. de
oppervlakte bedraagt ten hoogste
b. de
bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste
7.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende gebruiksregels:
a. ter plaatse van de aanduiding (wa) is het in het kader van de waterhuishouding van belang een ondergrondse waterverbinding (duiker) te handhaven.
Artikel
8 Verkeer - Verblijfsgebied
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. verblijfsgebieden, waar de afwikkeling van autoverkeer ondergeschikt is.
b. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water,
een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 8.3.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
8.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2.2 Gebouwen
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
a. de
bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste
b. de
oppervlakte van gebouwen bedraagt ten hoogste
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste
8.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende gebruiksregels:
a. ter plaatse van de aanduiding (tr) is een terras toegestaan ten behoeve van het nabij gelegen horecabedrijf;
b. ter plaatse van de aanduiding (br) is het van belang een bestaande brug te handhaven en deze te gebruiken voor verkeer.
Artikel
9 Water
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor
a. watergangen.
b. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals taluds, groen.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
9.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste
Artikel 10 Water - Vaarweg
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water - Vaarweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. vaarweg ten behoeve van de beroeps- en recreatievaart.
b. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals taluds, groen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van steigers en aanlegplaatsen.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en omvang van bouwwerken en woonboten, indien dit noodzakelijk is vanuit:
a. het belang van de beroeps- of recreatievaart;
b. vanuit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening;
c. de belangen van de waterbeheerder.
Artikel 11 Wonen
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen.
b. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, water, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen,
een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 11.3.
11.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
11.2.1 Bouwen algemeen
a. toegestaan zijn hoofdgebouwen, aan- en bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
11.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
b. de goothoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat.
11.2.3 Aan- en bijgebouwen
Voor aan- en bijgebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. de
bouwhoogte bedraagt ten hoogste
b. het
gezamenlijk oppervlak van aan- en bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen
zijnde mag niet meer bedragen dan
11.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste voor:
- |
erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied |
|
- |
overige erfafscheidingen |
|
- |
lichtmasten |
|
- |
vlaggenmasten |
|
- |
antennemasten |
|
- |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
|
b. het
gezamenlijk oppervlak van aan- en bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen
zijnde mag niet meer bedragen dan
11.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
a. Gebruik van ruimten binnen de woning ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
1. maximaal
30% van het vloeroppervlak van de woning, tot ten hoogste
2. de woning mag hierdoor niet c.q. niet in betekenende mate het karakter van een woning verliezen;
3. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
4. de activiteit mag geen onevenredige afbreuk doen aan het woonklimaat in de directe omgeving;
5. detailhandel is niet toegestaan, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de aan-huis-verbonden activiteit.
Artikel
12 Leiding - Gas
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding- Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemmingen, mede bestemd voor een hogedruk aardgasleiding en de bijbehorende zakelijk rechtstrook.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
12.2.1 Bouwen algemeen
a. ten behoeve van de in lid 12.1 bedoelde bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan;
b. de krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen en de met ontheffing ingevolge artikel 20 toelaatbare bouwwerken zijn niet toegestaan;
c. de breedte van het bestemmingsvlak mag niet minder bedragen dan wordt aangeduid.
12.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 12.2.1 onder b met dien verstande dat:
a. wordt gebouwd in overeenstemming met de bouwregels voor de betreffende bestemming;
b. het belang van de leiding hierdoor niet onevenredig wordt geschaad;
c. op
de gronden met de bestemming Leiding – gasleiding woningen, kinderd
Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding.
12.4 Aanlegvergunning
12.4.1 Vergunning
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
b. aanleggen, dempen of verleggen van waterlopen;
c. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
d. het verwijderen, kappen of rooien of beschadigen van bomen of andere opgaande beplanting;
e. het indrijven van voorwerpen;
f. het leggen van kabels en leidingen
g. het aanleggen van gesloten oppervlakteverhardingen.
12.4.2 Overleg
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 12.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover het leidingenbelang hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld.
12.4.3 Advies
Alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning te beslissen, winnen Burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van leiding.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het wijzigen of doen vervallen van de bestemming Leiding - Gas, indien de leiding verplaatst wordt, buiten gebruik wordt gesteld dan wel wordt verwijderd. Wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het belang dat met de leiding is gemoeid. Alvorens tot wijziging over te gaan vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de leidingbeheerder.
Artikel 13 Leiding - Hoogspanningsverbinding
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding- Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemmingen, mede bestemd voor een hoogspanningsverbinding van 150 kV.
13.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
13.2.1 Bouwen algemeen
a. ten behoeve van de in lid 13.1 bedoelde bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan;
b. de krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen en de met ontheffing ingevolge artikel 20 toelaatbare bouwwerken zijn niet toegestaan;
c. de breedte van het bestemmingsvlak mag niet minder bedragen dan wordt aangeduid.
13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. de
bouwhoogte bedraagt ten hoogste
13.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 13.2.1 onder b met dien verstande dat:
a. wordt gebouwd in overeenstemming met de bouwregels voor de betreffende bestemming;
b. het belang van de leiding hierdoor niet onevenredig wordt geschaad;
c. op
de gronden met de bestemming Leiding – Hoogspanningsverbinding woningen,
kinderd
Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding.
13.4 Aanlegvergunning
13.4.1 Vergunning
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
b. aanleggen, dempen of verleggen van waterlopen;
c. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
d. het verwijderen, kappen of rooien of beschadigen van bomen of andere opgaande beplanting;
e. het indrijven van voorwerpen;
f. het leggen van kabels en leidingen
g. het aanleggen van gesloten oppervlakteverhardingen.
13.4.2 Overleg
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 13.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover het leidingenbelang hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld.
13.4.3 Advies
Alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning te beslissen, winnen Burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van leiding.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het wijzigen of doen vervallen van de bestemming Leiding-Hoogspanningsverbinding, indien de leiding verplaatst wordt, buiten gebruik wordt gesteld dan wel wordt verwijderd. Wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het belang dat met de leiding is gemoeid. Alvorens tot wijziging over te gaan vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de leidingbeheerder.
Artikel 14 Waarde - Archeologie - 2
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van en de bescherming van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden.
14.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
14.2.1 Algemeen
a. bouwen ten behoeve van de in lid 14.1 bedoelde bestemming is niet toegestaan;
b. de krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen en de met ontheffing ingevolge artikel 20 toelaatbare bouwwerken zijn niet toegestaan, behoudens de op het moment van ter visielegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaande gebouwen, die mogen worden gehandhaafd.
14.2.2 Uitzonderingsregel
In afwijking van lid 14.2.1 onder b. mag worden gebouwd ten behoeve van andere voor deze gronden geldende bestemming(en) mits:
a. wordt gebouwd in overeenstemming met de bouwregels voor de betreffende bestemming;
b. het bouwwerk dient ter vervanging van een reeds aanwezig bouwwerk, waarbij de horizontale en verticale afmetingen van de fundering van dat bouwwerk niet veranderen;
c. bouwwerken
en de fundering, waaronder begrepen paalfunderingen, niet dieper liggen dan
d. het
grondoppervlak per bouwwerk ten hoogste
14.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 14.2 met inachtneming van de volgende regels:
a. de archeologische waarden mogen niet onevenredig worden geschaad;
b. ontheffing zal in ieder geval worden verleend indien aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. de aanvrager van de bouwvergunning blijkens archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken bouwlocatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
2. de aanvrager van de bouwvergunning heeft een rapport overlegd waarin wordt aangetoond dat de archeologische waarden van het terrein in voldoende mate worden veilig gesteld;
ź de betrokken archeologische waarden worden door de bouwactiviteiten niet geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de ontheffing regels te verbinden gericht op:
ź het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
ź het doen van opgravingen;
ź begeleiding van de bouwactiviteiten door de archeologische deskundige.
c. Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen, winnen Burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.
14.4 Aanlegvergunning
14.4.1 Vergunning
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waaronder ook worden gerekend het woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, en aanleggen, vergraven of verruimen van sloten, vijvers en andere waterpartijen;
b. het rooien van bomen waarbij de stobben worden verwijderd;
c. het verlagen van het waterpeil.
14.4.2 Uitzondering
Het verbod in lid 14.4.1 geldt niet voor:
a. het uitvoeren van normale onderhoudswerkzaamheden;
b. het
uitvoeren van grondwerkzaamheden als bedoeld onder a. tot een diepte van minder
dan
c. het vervangen van bestaande riolering en andere ondergrondse kabels en leidingen, indien de afmetingen en horizontale en verticale ligging van de leidingen niet veranderen
d. het verrichten van archeologisch onderzoek door een deskundige archeoloog;
e. het verrichten van werken en werkzaamheden waarvoor met inachtneming van het bepaalde in dit artikel bouwvergunning is verleend.
14.4.3 Voorwaarden
Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 14.4.1 wordt alleen verleend indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de cultuur-historische waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
14.4.4 Advies
Alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning te beslissen, winnen Burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.
Artikel 15 Waarde - Archeologie - 3
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van en de bescherming van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden.
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
15.2.1 Algemeen
a. bouwen ten behoeve van de in lid 15.1 bedoelde bestemming is niet toegestaan;
b. de krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen en de met ontheffing ingevolge artikel 20 toelaatbare bouwwerken zijn niet toegestaan, behoudens de op het moment van ter visielegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaande gebouwen, die mogen worden gehandhaafd.
15.2.2 Uitzonderingsregel
In afwijking van lid 15.2.1 onder b. mag worden gebouwd ten behoeve andere voor deze gronden geldende bestemming(en) mits:
a. wordt gebouwd in overeenstemming met de bouwregels voor de betreffende bestemming;
b. het bouwwerk dient ter vervanging van een reeds aanwezig bouwwerk, waarbij de horizontale en verticale afmetingen van de fundering van dat bouwwerk niet veranderen;
c. bouwwerken
en de fundering, waaronder begrepen paalfunderingen, niet dieper liggen dan
d. het
grondoppervlak per bouwwerk ten hoogste
15.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 15.2 met inachtneming van de volgende regels:
a. de archeologische waarden mogen niet onevenredig worden geschaad;
b. ontheffing zal in ieder geval worden verleend indien aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. de aanvrager van de bouwvergunning blijkens archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken bouwlocatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
2. de aanvrager van de bouwvergunning heeft een rapport overlegd waarin wordt aangetoond dat de archeologische waarden van het terrein in voldoende mate worden veilig gesteld;
ź de betrokken archeologische waarden worden door de bouwactiviteiten niet geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de ontheffing regels te verbinden gericht op:
ź het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
ź het doen van opgravingen;
ź begeleiding van de bouwactiviteiten door de archeologische deskundige.
c. Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen, winnen Burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.
15.4 Aanlegvergunning
15.4.1 Vergunning
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waaronder ook worden gerekend het woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen, en aanleggen, vergraven of verruimen van sloten, vijvers en andere waterpartijen;
b. het rooien van bomen waarbij de stobben worden verwijderd;
c. het verlagen van het waterpeil.
15.4.2 Uitzondering
Het verbod in lid 15.4.1 geldt niet voor:
a. het uitvoeren van normale onderhoudswerkzaamheden;
b. het
uitvoeren van grondwerkzaamheden als bedoeld onder a. tot een diepte van minder
dan
c. het vervangen van bestaande riolering en andere ondergrondse kabels en leidingen, indien de afmetingen en horizontale en verticale ligging van de leidingen niet veranderen
d. het verrichten van archeologisch onderzoek door een deskundige archeoloog;
e. het verrichten van werken en werkzaamheden waarvoor met inachtneming van het bepaalde in dit artikel bouwvergunning is verleend.
15.4.3 Voorwaarden
Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 15.4.1 wordt alleen verleend indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de cultuur-historische waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
15.4.4 Advies
Alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning te beslissen, winnen Burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.
Artikel 16 Waterstaat - Waterkering
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemmingen, mede bestemd voor waterkering.
16.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
16.2.1 Bouwen algemeen
a. ten behoeve van de in lid 16.1 bedoelde bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan;
b. de krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen en de met ontheffing ingevolge artikel 20 toelaatbare bouwwerken zijn niet toegestaan, behoudens de op het moment van ter visielegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaande gebouwen, die mogen worden gehandhaafd;
c. voor werken binnen de bestemming is een keurvergunning van de waterbeheerder noodzakelijk.
16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. de
bouwhoogte bedraagt ten hoogste
16.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 16.2.1 onder b mits:
a. wordt gebouwd in overeenstemming met de bouwregels voor de betreffende bestemming.
b. het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 18 Algemene
bouwregels
18.1 Wet geluidhinder
Woningen gelegen binnen een zone als bedoeld in de Wet geluidhinder mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de krachtens de wet geldende voorkeursgrenswaarden, dan wel de vastgestelde hogere grenswaarden.
18.2 Vrijwaringszone - Molenbiotoop
Binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - Molenbiotoop' mag de hoogte van de bouwwerken en beplanting niet meer bedragen dan 1/100 van de afstand tussen bouwwerken en het middelpunt van de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek (maat + NAP).
18.3 Vrijwaringszone - Waterkering beschermingszone
Binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - Waterkering beschermingszone' is het vanwege het belang van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering van belang, dat voor afgifte van een bouw- en/of aanlegvergunning het Hoogheemraadschap in de gelegenheid wordt gesteld schriftelijk advies uit te brengen.
Het is verboden in de beschermingszone:
a. werken of opgaande (hout)beplanting aan te brengen of te hebben, dan wel aanwezige (hout)beplanting te verwijderen zonder keurvergunning van de waterbeheerder;
b. vaste stoffen, voorwerpen te brengen, te hebben of te houden op andere dan daarvoor kennelijk bestemde plaatsen.
18.4 Vrijwaringszone - Waterkering buitenbeschermingszone
Binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - Waterkering buitenbeschermingszone' is het vanwege het belang van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering van belang, dat voor afgifte van een bouw- en/of aanlegvergunning het Hoogheemraadschap in de gelegenheid wordt gesteld schriftelijk advies uit te brengen.
Het is verboden in de buitenbeschermingszone:
a. afgravingen voor het winnen van delfstoffen of specie en seismische onderzoeken te verrichten;
b. werken met een overdruk van 10 bar of meer te brengen en te hebben;
c. explosiegevaarlijk materiaal of explosiegevaarlijke inrichtingen te hebben.
18.5 Bestaande bouwwerken
In die gevallen dat hoogten, inhoud, aantallen en / of oppervlakten, van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op de dag van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen de bestaande maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
18.6 Herbouw
In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in lid 18.5 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
18.7 Ondergronds bouwen
18.7.1 Algemeen
De regels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn in geval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:
a. ondergrondse bouw is met inachtneming van het bepaalde in artikel en 14 en 15 uitsluitend toegestaan onder de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen, alsmede ter verbinding van gebouwen;
b. gebouwd
mag worden tussen peil en
18.7.2 Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 18.7.1. onder a. ten behoeve van ondergrondse bouw buiten de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
a. de
hoogte van kelders bedraagt ten hoogste
b. de
afstand tot de zijdelingse perceelsgrens en de openbare weg bedraagt ten minste
c. kelders mogen niet worden voorzien van een dakraam of lichtkoepel.
18.8 Ondergeschikte bouwdelen
Bij
de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen de aanduiding
'bouwvlak' of de aanduiding 'bestemmingsvlak' worden ondergeschikte bouwdelen als
plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen,
schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en reclame-uitingen,
buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer
dan
Artikel 19 Algemene
gebruiksregels
19.1 Algemeen
Onder
strijdig gebruik als bedoeld in artikel
a. het opslaan van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gericht gebruik van de gronden;
b. het gebruik als opslagplaats van onbruikbare of althans aan hun persoonlijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
c. het gebruik van onbebouwde gronden of het gebruik van bouwwerken ten behoeve van doeleinden van handel of bedrijf, een prostitutiebedrijf daaronder mede begrepen;
d. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning.
19.2.1
‘veiligheidszone - leiding
Op de
gronden met de aanduiding ‘Veiligheidszone - leiding
19.2.2
‘veiligheidszone leiding
Op de gronden met de aanduidingen ‘Veiligheidszone - leiding 2’ en ‘Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen’ zijn geen kwetsbare of beperkt kwetsbare functies of objecten toegestaan, welke niet aanwezig zijn op het moment van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.
a. Burgemeester
en wethouders kunnen het plan wijzigen door het doen vervallen van de
aanduiding ‘Veiligheidszone – leiding
b. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het doen vervallen van de aanduiding ‘Veiligheidszone – vervoer gevaarlijke stoffen’, indien de route buiten gebruik wordt gesteld als route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het belang dat met de route is gemoeid of een aantasting van de milieuhygiënische kwaliteit in de omgeving. Alvorens tot wijziging over te gaan vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de milieudienst.
Artikel
20 Algemene ontheffingsregels
20.1 Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:
a. het
bepaalde in deze regels voor wat betreft de bouw van niet voor bewoning
bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals een transformatorstation, een
gasregelstation, kabelverdeelkasten e.d., met dien verstande dat de oppervlakte
niet meer dan
b. de
in de verbeelding, dan wel in de regels aangegeven maten en getallen, mits:
ź de afwijking niet meer dan 10% bedraagt;
ź de bestemmingsgrens niet wordt overschreden;
ź
de plaats en richting van bouwgrenzen, voor het
aanbrengen van geringe veranderingen tot niet meer dan
ź
de plaats en richting van de scheidingslijn der
bouwhoogten, voor het aanbrengen van geringe veranderingen tot niet meer dan
20.2 Ruimtelijke structuur
De in lid 20.1 bedoelde ontheffingen worden slechts verleend indien daardoor geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke structuur en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en opstallen.
Artikel 21 Algemene
procedureregels
Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid of een bevoegdheid om nadere eisen te stellen, bereiden burgemeester en wethouders het besluit voor met de procedure op grond van Afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 4 Overgangs-
en slotregels
22.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
22.2 Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van lid 22.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 22.1 met maximaal 10%.
22.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 22.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
22.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
22.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 22.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
22.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 22.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
22.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 22.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Boterhuispolder.