De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a Groen, speelvoorzieningen en voetpaden;
b nutsvoorzieningen;
c een waterbergingsvoorziening, ter plaatse van de aanduiding ‘waterberging’;
d water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Op of in de gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan
Ter plaatse van de aanduiding ‘waterberging’ dient de waterbergingsvoorziening een minimale oppervlakte te hebben
van