Plan:                  Noordwijkerweg 53

Status:               Ontwerp

Plantype:           Bestemmingsplan

IMRO-idn:          NL.IMRO.0537.bpRBGnoordwweg53-va01

 

Inhoudsopgave

 

 

Artikel  2 - Wijze van meten

 

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

 

afstand

De afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.

 

 

afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortst gemeten afstand van enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse perceelsgrens, ondergeschikte bouwdelen niet meegerekend.

 

 

bouwhoogte van een antenne-installatie

a.       ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het maaiveld en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;

b.      ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel) antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.

 

 

bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil/maaiveld tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte onderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen.

 

 

lengte, breedte en diepte van een bouwwerk:

afstand tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren);

 

 

dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak

 

 

dakhelling van een mansardekap

de maximale dakhelling van het eerste vakvlak van een mansardekap – die zowel bij een dwarskap of langskap voorkomen- wordt gemeten vanuit de goot.

 

 

goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het maaiveld tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

 

 

hoogte van een windturbine:

vanaf het maaiveld tot aan de (wieken) as van de windturbine.

 

 

inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels(en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

 

 

oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

 

 

vloeroppervlakte:

de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580