3.1.1 De voor “Tuin” aangewezen gronden zijn
bestemd voor:
a. tuinen behorende bij de
hoofdgebouwen
3.2.1 Op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen
en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd
3.2.2 Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, gelden de de volgende bepalingen:
a. het gezamenlijke oppervlakte aan
gebouwen en overkappingen mag ten hoogste 20m2 bedragen;
b. de bouwhoogte van bouwwerken mag ten
hoogste bedragen:
1.
van
gebouwen en overkappingen 3.00
meter
2.
van
erfafscheidingen 1.00
meter
3.
van
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2.50
meter